Langs de westkust van Mauritanië, tussen de droge hete woestijn en het koude water van de oceaan, ligt een verbijsterend mooi wetland gebied. Nationaal park Banc D’Arguin tussen Nouackchott en Nouadhibou is één van Afrika’s grootste natuurparken en het behoord tot de belangrijkste vogelgebieden ter wereld.
Het nationale park bestaat uit zandduinen, kustmoerrassen, verschillende kleine eilandjes en ondiepe kustwateren.
Banc D’ Arguin is een belangrijk overwinteringsgebied van vele vogelsoorten, waaronder de regenwulp. De vogelpopulatie bestaat verder uit onder meer flamingo’s, breedbekstrandlopers, pelikanen en sterns. Veel van de steltlopers doen in hun migratiecyclus ook de Waddenzee aan.
Ruim 2 miljoen vogels
Ruim twee miljoen strandvogels overwinteren hier ieder jaar en nog verbijsterender is dat de meeste van de zeven miljoen watervogels die langs de Atlantische kust vliegen, hier neerstrijken om aan te sterken voor ze verder naar het zuiden doorvliegen.
De vogels komen af op de vele soorten wormen, schaaldieren en ander zeeleven dat voor het oprapen ligt als de zeebodem in het park tijdens eb droog valt.
Niet zozeer de soortenrijkdom dan wel de enorme aantallen vogels maken de Banc D’ Arguin tot een uniek vogelgebied. Regelmatig zijn er honderdduizenden exemplaren bonte strandlopers, rosse gruttos, kanoeten, krombekstrandlopers, rode flamingos, tureluurs en wulpen aanwezig. In minder grote aantallen, maar we praten nog steeds over tienduizenden exemplaren, aanwezig zijn de regenwulpen, zilverplevieren, pelikanen, dwergaalscholvers en de lepelaars.
De wateren in en rond het park zijn enkele van de rijkste viswateren in West-Afrika en dienen als broedgebied voor de hele regio. Ook komen er verschillende schildpadden soorten en dolfijnen voor. Het park is ook de thuisbasis van een kleine kolonie van de met uitsterven bedreigde mediterrane monniksrob. De beschermde kolonie bestaat uit ongeveer honderd dieren en ze zijn regelmatig te vinden op het zuidelijke puntje van Cap Blanc.
De Imraguen
In het park mag alleen gevist worden door de Imraguen, die dat doen in hun traditionele zeilboten of met netten vanaf het strand. De Imraguen is een lokale bevolkingsgroep die af stammen van vrijgelaten zwarte slaven van de Arabische nomaden uit het binnenland.
De vissers zijn een unieke samenwerking met de dolfijnen aangegaan. Met stokken slaan ze op het zand van de stranden om de dolfijnen te waarschuwen. Deze drijven de gespotte scholen zeebarbelen het strand op, waar ze door zowel de vissers als de dolfijnen worden gevangen.
Bezoek Banc D’ Arguin
Het nationale park dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat is het best te bereiken via een georganiseerde tour vanuit Nouakchott of Nouadhibou. Verschillende hotels bieden trips aan naar het park. Kom je met eigen vervoer dan moet je beschikken over een 4WD. De grootste concentraties vogels vind je op de zandeilandjes in de ondiepe oceaan. Met een Lanche (traditionele vissersboot van de Imraguen) heb je het beste zicht op de enorme aantallen vogels. De bootjes vertrekken over het algemeen vanuit Iwik en varen dan langs het eiland Tidra en de twee kleine eilandjes Niroumi en Nair.
De entree voor het park betaal je bij de ingangen en bedraagt ongeveer 1200 UM per persoon per dag. Je kan je bezoek ook regelen bij het Park Office in Nouadhibou of bij het hoofdkantoor in Nouackchott. Hier zijn ook gedetailleerde kaarten van het park te verkrijgen inclusief gps coordinaten van belangrijke punten in het park.
Nouadhibou park office: Blvd Médian, Nouadhibou. T. 574 67 44
Nouackchott park headquarters: Abdel Nasser, Nouackchott. T. 525 8514
In Arkeiss, Ten Alloul, Iwik en Nouâmghâr zijn kampementen waar je een traditionele hut kan huren.
Beste tijd om Banc D’ Arguin te bezoeken
De beste tijd om het park te bezoeken is in december en januari. Deze maanden vind je indrukwekkende hoeveelheden vogels in het park. Ook als je geen fanatieke vogelaar bent zorgen de honderduizenden vogels voor een adembenemend gezicht. December en januari zijn tevens de broedmaanden.
