De Fouta Djalon is met het aangename klimaat, majestueuze landschappen, talloze watervallen, grillige rotsformaties en natuurlijke poelen om in te zwemmen een prachtige regio in Guinee. Voor de wandelliefhebbers is het één van de mooiste gebieden van West Afrika waar je je dagen lang op verschillende wandeltochten kan vermaken.
Het hoogland in het noordoosten van Guinee staat ook wel bekend als de ‘Watertoren van West-Afrika. Dit vanwege de overvloedige regenval tijdens het regenseizoen tussen juni en oktober. Zo zijn er grote aantallen rivieren die hier hun oorsprong vinden. Bekende voorbeelden hiervan zijn de Senegal rivier en de Gambia rivier.
Zwitserland van Afrika
De Fouta Djallon wordt ook wel Moyenne Guinee of midden Guinee genoemd. De inheemse naam in de taal van de Pular is Fuuta-Jaloo. De oorsprong van de naam komt van het Pular woord voor de regio plus de naam van de oorspronkelijke inwoners, de Jalonke of Yalunka. Het bergachtig gebied met groene, glooiende heuvels heeft ook de bijnaam het ’Zwitserland van Afrika’ te zijn. Dit uiteraard zonder de winterse sneeuw taferelen.
Bezoek de Fouta Djalon
De wandelingen door de Fouta Djalon regel ik in Doucki. Vraag in het dorp naar Hassan Bah die al jaren lang wandeltochten door het gebied begeleid. De verschillende routes door het gebied variëren van enkele uren tot enkele dagen. Ook voor onderdak kan je bij hem terecht.
De route vanaf Pita naar Télimélé via Doucki biedt al de meest geweldige uitzichten die niet onderdoen voor de uitzichten tijdens wandelingen door het gebied.
Andere plaatsen waar je een bezoek aan de Fouta Djalon kan regelen zijn Dalaba. Hier is een toeristenbureau met een enthousiaste Mamadou Diallo die je verder kan helpen met de reisplannen. Het dorp ligt ook nog eens op een prachtige plaats met heerlijke uitzichten op de Fouta Djalon hooglanden. Vanuit Dalaba kan je ook één van de grootste watervallen van Guinee bezoeken. Bij Chutes de Ditinn stort het water zich zo’n 80 meter omlaag. Ook Chutes de Garaya op tien kilometer afstand is een leuke lange wandeling. Met name kort na het regenseizoen.
Iets verderop kan je je bezoek ook regelen in Mamou. Een stoffig dorpje op de kruising van de N1 en N5. Op 25 kilometer afstand vind je bij het dorpje Konkouré een prachtige waterval en 15 kilometer naar het noorden is het Bafingmeer een aangename plek om een dagje te relaxen en zwemmen.
Wil je je bezoek aan de Fouta Djalon al voor vertrek regelen dan is Fouta Trekking Adventure een optie (website in het frans). Persoonlijk heb ik geen ervaring met ze, maar ik heb een paar goede ervaringen over hun gehoord van andere reizigers.
Fietsen door de Fouta Djalon
Ik bezoek de Fouta Djalon tijdens een fietsreis door het land. In Bissau (de hoofdstad van Guinee Bissau) ontmoet ik toevallig een andere tourist die door de regio fietst. Robert uit Washington Amerika en gezien we in dezelfde richting reizen besluiten we een aantal dagen samen op te fietsen.
Hieronder een verslag daarvan:
Dag 1: Het is een lekker ritje naar Pita. De route gaat over een asfaltweg met slechts enkele gaten en het is ook nog voor een groot deel heuvelafwaards. Begin van de middag bereiken we dan ook Pita en we stallen onze fietsen in de auberge.
We willen Chutes du Kinkon bezoeken. Met een rugzak vol zwemkleding en sinaasappelen lopen we naar het centrum en regelen daar een motortaxi naar de waterval. Na wat onderhandelen komen we uit op een bedrag van 40.000 franc (minder dan €4,-) voor de retourrit en een uurtje wachten. We rijden via achteraf paadjes en moeten ons goed vasthouden om niet van de motor te stuiteren. Ook is het raar om nu eens niet zelf het stuur in handen te hebben en ik doe een paar schietgebedjes terwijl mijn chauffeur weer over een paar nieuwe rotsblokken knalt… Als we bijna bij de waterval zijn worden we tot stilstand geroepen en blijkt het ministerie van tourisme een belasting te hebben ingevoerd voor een bezoek aan de waterval. We hadden wel iets gelezen in de gids over betalen bij de militaire post, maar die was onbezet toen we er voorbij reden. Het zal dus wel. We betalen netjes en krijgen een bonnetje me als bewijs.
De waterval blijkt boven verwachting enorm groot te zijn en bovenaan de top ervan is een natuurlijk bassin waar we heerlijk in kunnen zwemmen. Na een uitgebreide verfrissende duik is het prima vertoeven en ik trek een serie sinaasappels uit de rugzak tevoorschijn.
Hierbij wordt ik gestoord door een militair die komt aanlopen en de belasting voor het bezoeken van de waterval wil ophalen. Uiterst ontevreden dat we nu alweer om geld worden gevraagd gaan we in discussie en uiteindelijk rijden we terug naar het kantoor waar we eerder al geld hebben geschoven. Weer een hele discussie later blijkt dat de militairen en het ministerie van tourisme apart betaald moeten worden. Dat is althans hun versie. We weigeren echter om nog een keer het hele bedrag te betalen en mogen uiteindelijk weg na een deel ervan te overhandigen.
Nu we weer op de motor zitten besluiten we maar terug te gaan naar de stad en wonder boven wonder zitten er nu opeens twee bejaarde mannetjes in een militair uniform bij het checkpoint. We worden weer staande gehouden en krijgen de wind van voren waarom we niet netjes betaald hebben op de heenweg. Dat er toen niemand zat maakt geen indruk en ze willen duidelijk weer geld zien. De uitleg dat we net een andere militair betaald hebben maakt doet hun niets en omdat we geen zin meer hebben in weer in een discussie, raken we in één klap onze franse taalkennis kwijt en houden ons van de domme. Na 5 minuten geven ze het dan ook op en mogen we na een geïrriteerde armzwaai doorrijden.
Bezoek Chutes du Kinkon voor €0,75
Het was waarschijnlijk makkelijker geweest om iedereen maar gewoon te betalen. Maar in dit geval ging het ons om het principe. Op drie plaatsen toeristen geld afhandig voor een bezoekje aan een waterval lijkt wat overdreven. We betalen uiteindelijk een totaal van €0,75 per persoon en laten de drie partijen zelf maar uitvechten wie welk deel daarvan krijgt.
Ondanks dat Pita de troste bezitter is van een dam en een elektriciteitcentrale zitten we ’s avonds toch in het donker. Misschien is iemand vergeten de schakelaar om te zetten voor de 4 uurtjes stroom die ze normaal gesproken dagelijks hebben of er is een ander probleem. We zullen het nooit weten…
Doucki
Dag 2: Pita – Doucki – Tijdens het ontbijt zit Robert nog steeds te twijfelen over de route naar Kindia. Ik heb me inmiddels al lang voorgenomen om de moeilijkere route met de mooie uitzichten en wandelmogelijkheden te nemen. Robert kan inmiddels geen slechte wegen meer zien en wil eigenlijk liever op het asfalt blijven. We pakken onze spullen in en op het laatste moment besluit hij toch ook de off road route te nemen. Na een paar kilometer draaien we dus weer het asfalt af op de bekende zandwegen. Gelukkig valt het vandaag mee met de staat van de weg en krijgen we al de eerste serie mooie uitzichten gepresenteerd. Na ruim 50 kilometer komen we in Doucki waar we op zoek gaan naar Hassan. Dat schijnt de man voor de wandelingen te zijn. We vinden hem al snel en parkeren onze fietsen.
Na een korte pauze lopen we eind van de middag naar een dichtbijgelegen stuk bos met enorme rotsblokken waar we ons een weg doorheen banen. Soms is het pad zo smal dat de rugzak af moet om niet klem te komen zitten.
Terwijl we een stroompje oversteken verlies ik mijn slipper en moet er met een niet zo stoer uitziende maar wel geslaagde actie achteraan rennen om te voorkomen dat hij tussen de rotsen verdwijnt. Aan het eind kunnen we nog een duik nemen in een natuurlijke jacuzzi. Een bodemloos gat tussen twee rotsen en een watervalletje in. Teruggekomen in het campement krijgen we een traditionele Fula hut aangeboden. Ik besluit echter om mijn binnentent op te zetten zodat ik door het gaas naar de sterren kan kijken en volop gebruik kan maken van het aanwezige briesje deze avond.
Chutes & ladders
Dag 3: Doucki – Vandaag verwissel ik de slippers voor wandelschoenen en gaan we op een 16 kilometer lange trektocht die ons door de ‘Grand Canyon’ van Guinee voert. De route lijkt zo uit een Indiana Jones film te kunnen komen. We klauteren over rotsen, slingeren aan lianen, lopen onder, door en over watervallen en dalen zo langs de steile klifwanden langzaam af naar de bodem van de canyon. De weg omhoog is nog spectaculairder en we klouteren over ladders, bestaande uit rechtopstaande takkenbossen. Onderweg komen we grotten, apen en nog meer watervalletjes tegen.
Dag 4: Doucki – Gougoudje – Voor wandelen gebruik je andere spieren dan om te fietsen. Dat blijkt wel als ik wakker wordt en mijn bovenbenen helemaal stijf aanvoelen. We stappen op de fiets en na een moeilijk eerste stuk van 15 kilometer komen we aan op het hoogste punt en is het vandaar ruim 20 kilometer afdalen. Toch gaan we niet heel hard naar beneden. De weg laat een snelheid hoger dan 10-15 km/h niet toe vanwege rotsblokken op de weg. Voordeel daarvan is dat de neiging om alle remmen los te laten wordt onderdrukt en we nu extra lang van de uitzichten kunnen genieten.
Ondanks de lange afdaling en het feit dat we van zonsopkomst tot zonsondergang op de fiets zitten lukt het ons niet om meer dan 74 kilometer af te leggen met een gemiddelde snelheid die ruim onder de 10 km/h blijft hangen. Dat we afdalen richting zee niveau heeft ook als gevolg dat we weer in het warme weer terecht komen. Na de betrekkelijke koele dagen in de Fouta Djalon. Lees 25-30 graden, zijn we nu weer terug in de 30-40 graden zone en liggen we weer te zweten in de tent.
Naar Kindia
Dag 5: Gougoudje – 40 km voor Kindia – Vroeg in de ochtend worden we wakker van een hoop geritsel van plastic zakken. Is er iemand die rond onze tenten snuffelt ? We ritsen onze tenten open en kijken in het rond. Niets te zien. We komen tot de conclusie dat het een muis moet zijn geweest en sluiten de ogen weer. Kindia moet nog zo’n 100 kilometer verderop zijn en iedereen heeft ons verteld dat de weg na Télimélé een stuk beter wordt. We hebben dus goede hoop om vandaag daar aan te komen. Onze hoop wordt echter al snel de kop ingedrukt als we na 2 uur fietsen de snelheid niet boven de 10 km per uur zien uitkomen. Op een gegeven moment wordt de weg inderdaad iets beter, maar dan is de kans om Kindia te bereiken voor vandaag al bekeken.
Spitsuur in Guinee
Zo rond het middaguur wordt het ineens spitsuur op de weg en volgt een hele colonne aan auto’s en motoren. Ze rijden allemaal als gekken en elke keer moeten we snel van de weg af sturen en een veilig heenkomen zoeken. Dat dat idiote gejakker niet altijd goed gaat blijkt wel wanneer we één van de motoren zien slippen op het losse zand en die vervolgens tegen de rotswand crasht.. De bestuurder houdt er gelukkig alleen een gedeukt ego aan over en wij fietsen langzaam verder. Later op de middag zien we weer een motor onderuit gaan en overal langs de weg staan de wrakken van auto’s die de bocht niet gehaald hebben.
Tegen de avond gaan we op zoek naar een kampeerplek. Het is Roberts laatste avond in de tent, want hij gaat door naar Conacry en vliegt dan terug naar Amerika. Mijn route gaat verder richting Sierra Leone. We hopen dan ook op een mooi plekje bij een rivier. Aan het zoeken zal het niet liggen, maar na 2 uur hebben we nog niets gevonden en settelen we maar op een plekje tussen de bomen in het bos. Er is wel een rivier op loopafstand dus we kunnen ons wassen en even opfrissen.
Gewekt door een koe
Dag 6 Voor Kindia – Kindia – We worden rond 6 uur gewekt door een stel koeien die rond de tent aan het snuffelen zijn en besluiten om maar meteen de spullen te pakken en op pad te gaan. Kindia kan nu niet ver meer zijn en we bereiken inderdaad begin van de middag ons doel. Onderweg worden we nog gestopt bij een politie controle en na een uitgebreide studeersessie van onze paspoorten kunnen we na een half uur weer op weg. Over de weg die net opgeknapt is. Voor auto’s vast een hele opluchting, maar een nachtmerrie voor ons dankzij het losse zand en gravel dat nu dik op de weg ligt. Iedere auto waait dikke wolken stof op en door het losse spul op de weg moeten we de fietsen regelmatig stukken duwen.
We komen uitgeput in Kindia aan en nemen een kamer in een hotel even buiten de stad.
(Foto’s: Maarten van de Biezen)