Tegenover het Kiang West National Park, aan de andere kant van de rivier vind je het Bay Bolong Wetland Reserve. Het park is vernoemd naar de Bao Bolong (kreek) wat de grootste van de zes bolongs binnen het park is. Deze kreek ontspringt bij Ferlo in Senegal en mondt hier, 140 kilometer verder, uit in de Gambia rivier.
Het reservaat is het grootste beschermde gebied van alle 6 natuurparken in Gambia en is zo’n 220 vierkante kilometer groot. Je vindt hier enkele van de grootste mangrovebossen van het land. Gezien het gebied al een flink stuk de rivier op ligt is het water hier minder zout en dat komt de groei van de mangrove bomen ten goede. De mangroven fungeren als een kraamkamer voor vele vissoorten. De kleine jonge vissen vinden hier schuilplaatsen tussen de mangrove wortels en kunnen zo rustig groeien voor ze zich in het open water van de rivier wagen.
Een deel van het reservaat landinwaarts van de rivier wordt gebruikt door de lokale bevolking om rijst te verbouwen.
Bezoek het Bao Bolong Wetland Reserve
De makkelijkste en beste manier om het reservaat te bezoeken is per boot. Vanuit Tendaba Camp in het dorpje Tendaba aan de andere kant van de rivier zijn er twee keer per dag boot excursies naar Bao Bolong. De boten volgen een doolhof aan waterwegen van de Kisi en Tunku bolongs. Aan beide kanten geflankeerd door de mangroven kijk je uit naar de vele vogelsoorten en spot je misschien wel een hamerkop of de Afrikaanse Watertrapper. Tijdens het droge seizoen rond december en januari is er ook een kans dat je dolfijnen in de rivier ziet zwemmen terwijl de nijlpaarden zich voornamelijk in de natte maanden laten zien.
Andere diersoorten die in het gebied leven zijn onder meer hyena’s, zeekoeien, jackhalsen, bavianen en wrattenzwijnen. Afgezien van de laatste worden deze echter zelden gezien.
Vanuit het veel minder toeristische noorden van Gambia kan je het Bao Bolong reservaat ook over land bezoeken. De weg die vanaf Konte Kunda Niji naar het zuiden gaat is waarschijnlijk de beste optie als je met eigen vervoer of een (motor) taxi komt. Maar je kan ook via Katchang, Salikene of Njaba Kunda naar het park.
(Foto’s: Maarten van de Biezen)