Bayanga is een dorp in het zuidwesten van de Centraal Afrikaanse Republiek. Het is het startpunt van alle toeristische activiteiten in het nationale park Dzanga-Sangha.
Bayanga heeft in de jaren 70 een groei doorgemaakt na de de bouw van van een industriële zagerij. Oorspronkelijk was het een klein vissersdorp, dat al in 1901 op Duitse koloniale kaarten in kaart werd gebracht. Tegenwoordig wonen er in Bayanga ongeveer 4000 mensen, van wie de meesten in houten huizen met rieten daken wonen.
Naast de vroege bewoners van vissers en pygmeeën, telt de bevolking migranten uit andere delen van het land, die werden aangetrokken door de werkgelegenheid.
Aan de rand van het dorp woont een grote gemeenschap BaAka pygmeeën die nog regelmatig dagenlang de jungle intrekt om te jagen en medicijnen te verzamelen. Bij het kantoor van het WWF kan je regelen om met zo’n tocht mee te gaan.
De lokale bevolking profiteert van het toerisme omdat een deel van het geld dat bezoekers naar de regio brengen, naar de gemeenschappen gaat. Ook ontstaan er banen voor dorpelingen die worden opgeleid als trackers en eco gidsen. Het succes heeft ertoe bijgedragen dat de overheid van de Centraal Afrikaanse Republiek de voordelen van toerisme en natuurbehoud heeft ingezien. Dit heeft weer geleid tot nieuwe beschermde gebieden zoals bijvoorbeeld het Chinko natuur reservaat.
Bezoek Bayanga
De meeste toeristen (slechts een paar honderd per jaar) komen met een klein vliegtuigje vanaf de hoofdstad Bangui ingevlogen. Een andere optie en degene die wij namen is om in Kameroen naar Libongo te reizen en vandaar een boot te nemen rechtstreeks naar Bayanga. Dit is ongeveer een uurtje varen, maar kan met de 3 stops voor immigratie en het visum makkelijk twee uur duren. De derde optie is om in Ouésso in Congo een boot te nemen en helemaal de Sanga rivier te volgen naar het dorp. Het visum is in de laatste twee gevallen aan de grens te verkrijgen (30.000 CFA in 2020).
De weg tussen Bangui en Bayanga schijnt tegenwoordig ook weer veilig te zijn, maar de vele corrupte checkpoints, maken dat dat geen goede optie is.
Overnachten kan bij de luxe Doli Lodge. Een bezoek aan Dzanga-Sangha is nooit goedkoop. Er vanuit gaande dat je de olifanten in de Dzanga Bai en de gorilla’s wil bezoeken. Dus kan je het er net zo goed een paar honderd euro extra besteden om het tot een echt bijzondere trip te maken. Bij de Doli lodge is ook het informatiecentrum en het kantoor van het WFF, waar je de excursies in het park kan regelen.
Wil je toch een budget overnachting dan is er in het dorp ook nog een basic motel. Een tweede luxe lodge, de Sangha Lodge, vind je zo’n 7 kilometer naar het noorden op een prachtige plek langs de rivier. Nadeel is wel dat je niet even het dorp in kan lopen.
Foto’s: Maarten van de Biezen