De hoofdstad Bangui is de enigste stad van betekenis in de Centraal Afrikaanse Republiek. De stad strekt zich uit langs de noordelijke oevers van de Ubangi rivier, met achter de stad een rij glooiende groene heuvels.
Het stadscentrum ligt vlakbij de rivier en is herkenbaar aan de grote triomfboog gewijd aan Bokassa, een voormalig president van de republiek. Hier is ook het presidentieel paleis en de centrale markt. Kenmerkend zijn de brede straten, met als middelpunt het Place de la République. Andere bezienswaardigheden zijn de Notre Dame kathedraal. Dat is een grote en elegante kerk gebouwd met rode baksteen zoals je ze wel vaker ziet in voormalige Franse tropische kolonies.
Musée de Boganda is een klein museum met een interessante collectie waaronder kleding gemaakt van de bast van een boom. Er zijn Franstalige gidsen die bij alles een uitleg kunnen geven.
En dan houdt het wel een beetje op met de bezienswaardigheden. De beste manier om je tijd in de stad te besteden is dan ook om langs de rivier een drankje te pakken en het Afrikaanse stadsleven aan je voorbij te laten trekken. Langs de rivier zijn ook talloze pirogues waarmee je een tochtje over het water kan maken.
Het echte hart van de stad is de levendige K-Cinq kruising zo’n 5 kilometer ten westen van Place de la République. De wijk met de passende naam Kilomètre 5 heeft de grootste markt, vele barretjes en net zoveel zakkenrollers. Marché Mamadou M’Baïki is vooral interessant vanwege de chaotische drukte die er heerst.
Voor souvenirs kan je terecht bij het Centre Artisanal aan de Ave de I’Indépendance.
Over het algemeen is Bangui tegenwoordig niet meer gevaarlijk, maar met name K-Cinq staat bekend om de vaak dronken criminelen die met name ’s avonds actief zijn. Zorg ervoor dat je altijd je paspoort of een gecertificeerde kopie (dit kan worden gedaan bij enkele grotere hotels) daarvan bij je hebt. De politie en/ of het leger kan er naar vragen.
Chutes de Boali
Een leuke dagtrip is een bezoekje aan de watervallen bij Boali. Deze liggen 95 ten zuidwesten van Bangui en storten over een lente van 250 meter zo’n 50 meter naar beneden. Zeker in het regenseizoen is dit een spectaculair gezicht. Een klein stukje de rivier op vind je pont de lianes, een brug over het water die is gemaakt van lianen. Onderweg kun je nog stoppen bij Lac des Crocodiles, waar dorpelingen de bewoners van het meer lokken met levende kippen. Hiervoor wordt een vergoeding gevraagd, die oploopt als de kip het niet overleefd.
Vanaf Kilométre 12 (PK12) rijden er regelmatig bushtaxi’s naar Boali. Wil je hier overnachten dan kan je terecht bij Hotel des Chutes de Boali. Vanaf het dorp is het nog 5 kilometer lopen naar de watervallen. Een motortaxi kan je er ook naartoe brengen als je niet wil wandelen.
Bezoek Bangui
Reizen door het grootste deel van de Centraal Afrikaanse Republiek is niet veilig. De beste manier om Bangui te bezoeken is dan ook om naar de stad te vliegen. Air France heeft directe vluchten vanaf Parijs.
Een andere mogelijkheid is om via Batouri in Kameroen naar Berbérati en dan Bangui te rijden. Een nachtmerrie vanwege het weinige transport en al helemaal als je met eigen vervoer komt. Dit vanwege de vele checkpoints. En in tegenstelling tot de meeste Afrikaanse landen is er in de Centraal Afrikaanse Republiek geen enkele kans dat je verder komt zonder iets te betalen. Hoe later het wordt op de dag, lees hoe meer palmwijntjes er zijn genuttigd, hoe absurder de bedragen worden.
Ten zuiden van de Ubangi rivier ligt de Congolese stad Zonga, die middels een veerpont is verbonden met Bangui.
In de stad zijn een aantal hotels te vinden waarvan Hotel du Centre, hotel Levy’s en JM Residence de beste zijn. Zoek je een budget optie dan is het simpele Maison Saint Charles een optie.
vraagje: is het veerpont stevig genoeg om er een zware motorfiets op te vervoeren ?