Het nationale park Boma ligt in het oosten van Zuid Soedan, dicht bij de Ethiopische grens waar het Boma overgaat in het Gambella National Park. Het nationale park Boma bestaat voornamelijk uit graslanden en uiterwaarden van onder meer de Pibor rivier. Het natuurgebied is 22.800 vierkante kilometer groot en herbergt een breed scala aan diersoorten. Boma is één van de grootste natuurreservaten in Afrika en groter dan bijvoorbeeld het bekende Kruger in Zuid Afrika en Ruaha in Tanzania. Boma is vooral bekend om de grote populatie Kobus kob, een Afrikaanse antilope die behoort tot de waterbokken en voorkomt van Gambia tot Ethiopië. Naar schatting leven er ruim 1,3 miljoen Kobs in Boma.
Kobs leven in groepen van vrouwtjes en kalveren ofwel alleen mannetjes. Deze groepen variëren doorgaans in grootte van vijf tot veertig dieren, maar in het nationale park Boma zijn groepen van meer dan duizend exemplaren waargenomen. Andere dieren die je bij je bezoek tegen kan komen zijn onder meer leeuwen, luipaarden, giraffes, olifanten, zebra’s, buffels, nijlpaarden, hartenbeesten en andere antilope soorten. Vanwege het gebrek aan wegen in het park is het wel een uitdaging om de dieren op te sporen. Kleiner wild als struisvogels, wrattenzwijnen en bavianen worden regelmatig gezien.
Grote migratie
Terwijl de waterbronnen in het park opdrogen na het regenseizoen migreren enorme kuddes dieren door het natuurgebied. Naar schatting is deze migratie zelfs nog groter dan die van de beroemde Serengeti in Tanzania waar bijna 3 miljoen dieren over de vlaktes zwerven. Net als in de Serengeti is de migratie in Boma ook afhankelijk van de regen. Tussen maart en juni trekken de dieren van noord naar zuid en daarna van west naar oost. Langs de uiterwaarden van de Sudd en het nationale park Bandigalo en weer terug naar Boma en Gambela in Ethiopië. Tussen november en januari lopen ze de route dan weer in omgekeerde richting. Zebra’s en gnoes zijn er in Boma ook, maar de migratie bestaat voornamelijk uit de Kobs en andere gazelle en antilope soorten.
Giraffes werden tijdens de oorlog met Khartoum gebruikt door het leger om hun soldaten te voeden. De populatie heeft dus een flinke klap te verwerken gehad, maar begint nu langzaam weer te groeien.
Het is een hele onderneming en je zal je eerst goed moeten verdiepen in de veiligheidssituatie in de regio, maar een bezoek aan dit unieke nationale park zal je nooit vergeten.
Bezoek Boma
Het nationale park ligt ten westen van het dorp Boma. Boma is te bereiken vanaf het dorp Raad dat bij de grens met Ethiopië ligt. Een andere route loopt vanaf Boma naar het zuidwesten, door het park naar Kassangor en Kapoeta. Openbaar vervoer in de regio is schaars en onbetrouwbaar en de beste optie is om in Boma je bezoek (al dan niet met eigen vervoer) te regelen.
Is geld geen probleem dan kan je ook naar Boma vliegen. Vanaf Juba is de afstand zo’n 340 kilometer. Er zijn geen reguliere vluchten, dus je zal een charter moeten regelen. De landingsbaan is niet geasfalteerd.
Er zijn geen overnachtingsmogelijkheden in het park. In Boma zijn enkele simpele hotels of je kan je tent op zetten bij het hoofdkantoor bij de ingang van het reservaat.
Het uitgestrekte park heeft vrijwel geen wegen en wordt doorkruist door vele kleine stroompjes en moerassen. Een bezoek is dus een uitdaging waarbij niet heel veel toeristen je zijn voor gegaan.
Suri
Rond het park kan je ook de Suri stam bezoeken. Ze behoren tot dezelfde stam als die in de Omo valei in Ethiopië. En net als daar dragen enkele vrouwen lipschotels ter versiering. In tegenstelling tot de Omo vallei worden toeristen hier zelden gezien wat het bezoek aan de stam extra bijzonder maakt.
De beste tijd om Boma te bezoeken is tussen maart en juni, wanneer de meeste dieren zich in zuid oostelijke richting door het park verplaatsen.
Coordinaten: 6.489°N 33.914°E
Oppervlakte: 22.800 km²
Opgericht in 1986
