Het nationale park Bale Mountains staat meer bekend om zijn wilde dieren dan enig ander park in Ethiopië. Maar misschien nog wel mooier is het landschap met in de heuvels diepe kloven, bergmeren, stromende beekjes, verschillende watervallen, lavastromen en prachtige uitzichten. De hoogste berg in het park is Mount Tullu Dimtu, met 4377 meter de op één na hoogste piek in Ethiopië. Het zou waarschijnlijk net zo populair zijn als de Simien Mountains als het niet in zo’n uithoek van het land was gelegen. Voor wandelaars, natuurliefhebbers, vogelaars en natuurliefhebbers zijn de Bale Mountains een plek die je niet mag missen bij een bezoek aan Ethiopië.
Ethiopische wolf
In de Bale bergen leeft één van de meest bedreigde roofdieren ter wereld, de Ethiopische wolf. Ondanks dat deze wolven erg zeldzaam zijn, zien bezoekers die er vroeg voor willen opstaan ze bijna altijd. Met haar lange poten en mooie rode vacht is de Ethiopische wolf een elegant roofdier. In de hooglanden van Ethiopië komen er echter helaas nog maar zo’n 500 voor.
De Ethiopische wolf jaagt voornamelijk op de reuzenmolrat en andere knaagdieren. Bijzonder daarbij is dat de wolf een succesvollere jager is wanneer hij samenwerkt met een onverwachte bondgenoot. Omringt door groepen gelada’s maakt hij de beste kans om zijn prooi te vangen. Gelada’s zijn nauw verwant aan bavianen en zijn planteneters. Ze leven in grote groepen van 200 tot 1000 dieren. Omgeven door deze apen stijgt de kans op een succesvolle jacht van de Ethiopische wolf van 25% naar ruim 65%.
Doordat de wolven zich lange tijd niet dreigend hebben opgesteld naar de apen en bijvoorbeeld geen jonge apen aanvallen, worden ze niet langer als bedreiging gezien en kunnen ze zich haast onopgemerkt tussen de groep begeven. Het voordeel voor de gelada’s is dat de apen door de aanwezigheid van de wolven minder kwetsbaar en aantrekkelijk zijn voor andere roofdieren.
Wandelen door de Bale Mountains
De beste manier om het gebied te verkennen is door de wandelschoenen aan te trekken. De meeste routes zijn niet heel veeleisend, maar vergeet niet rekening te houden met de hoogte. Wandeltochten van enkele uren tot meerdere dagen zijn mogelijk. Bij een meerdaagse trekking kunnen er indien gewenst naast de verplichte gids paarden mee voor de bagage en een kok om te koken. Je regelt het bij het hoofdkantoor van het park op 1 kilometer van Dinsho village, of via je hotel, camping of Lodge.
Drinkwater is onderweg op verschillende plekken te vinden, maar neem wel zuiveringstabletten of een filter mee. Er zijn mogelijkheden om tenten en slaapzakken te huren, maar het beste neem je je eigen kampeerspullen mee. Het weer blijft vrij onvoorspelbaar dus zorg dat je, zeker bij meerdaagse tochten, regenkleding en een warme trui bij je draagt en vergeet ook de zonnebrand niet.
Wandelaars verblijven meestal in Dinsho Lodge, gelegen bij het hoofdkwartier van het park. Wil je naar het Sanetti plateau of het Harenna forrest dan kan je beter de nacht doorbrengen in Robe of Goba, respectievelijk 30 km en 42 km ten oosten van Dinsho. Door het park verspreid vind je verschillende campings, waarvan enkele ook met de auto zijn te bereiken. Ben je na een paar dagen toe aan wat luxe dan sluit je je bezoek aan de Bale Mountains af bij de Bale Mountain Lodge, ten zuiden van het park.
Het nationale park is 2150 vierkante kilometer groot wat betekend dat je er wel weken kan rondwandelen en elke dag weer iets nieuws ontdekt. In de Bale Mountains vind je vier grote vegetatiezones.
Gaysay Grasslands
De noordelijke graslanden, met de Web en Danka rivier, bevinden zich ten zuiden van de Bodeti berg en ten noorden van de Adelay bergrug ten noordwesten van Dinsho. De hoogte van het gebied varieert van 3000 tot 3500 meter en ligt op de boomgrens. Het land is vlak en wordt naast het grasland gedomineerd door moerasgrassen en riet. Tijdens het regenseizoen wordt het gebied modderig en moeilijk begaanbaar. Hogere gebieden zijn begroeid met de bijvoet plant, een belangrijke voedselbron voor de bergnyala. Deze antilope is een stuk groter dan de gewone nyala en lijkt eigenlijk meer op een koedoe. De noordelijke graslanden zijn de beste plek om deze dieren te bekijken. Kuddes bestaan soms wel uit 50 of meer exemplaren. Samen met de bohorrietbok zijn ze de belangrijkste grazers in het gebied. Andere zoogdieren die vaak worden gezien zijn het wrattenzwijn, grijze duiker, serval en jakhalzen. De gevlekte hyena komt hier ook voor en laat zich na het donker nog wel eens zien. Vogelaars kunnen op zoek naar de geelhalslangklauw, Heuglins graszanger, bruine kiekendieven, noordelijke hoornraaf, Ethiopische kievit, rougets ral, lelibis, katvogeltimalia en tientallen andere soorten.
Juniper Woodlands
De Juniper woodlands beslaan de noordelijke hellingen van het Bale massief, van Dodola tot Dinsho. Deze jeneverbessenbossen staan onder grote druk van begrazing, waardoor de groei van nieuwe bomen wordt geremd. Vanwege de hoge ligging van het gebied zijn de bomen minder groot dan in andere delen van het park. De Hagenia bomen daarentegen kunnen wel 20 meter hoog worden en bloeien van november tot februari. In de bossen tref je veel Sint-janskruid dat je makkelijk kan herkennen aan de felgele bloemen. Ze bloeien het hele jaar door en zijn de belangrijkste bron van nectar voor de honing die in het gebied wordt geproduceerd. Bergnyala, Menelik bushbuck, groene bavianen en wrattenzwijnen worden vaak gezien in het gebied. Vogels die er rondvliegen zijn onder andere de lelibis, katvogeltimalia, witrugmees, Ethiopische lijster, Abessijnse specht, Afrikaanse draaihals en de dikbekraaf.
Afroalpine Meadows (Sanetti Plateau & Upper Web Valley)
Door de hoogte groeit er niet heel veel meer in dit deel van het park. Eén van de opmerkelijke plantensoorten is echter de gigantische lobelia die groeit op een hoogte van 3100 tot 4377 meter en maar liefst 6 meter hoog kan worden.
Hier kan je ook een poging doen om de Tulu Dimtu te bedwingen. Het is met 4377 meter de op een na hoogste berg in Ethiopië en de hoogste in de Bale Mountains.
Het Sanetti Plateau is de beste plek om de Ethiopische wolf te zien. Daarnaast herbergt het plateau een groot aantal roofvogels die zich net als de wolven voeden met de aanzienlijke knaagdierpopulatie. Kijk uit naar de Augurbuizerd, zwarte arend, savannearend, steppearend, Lannervalk en lammergier. Op het plateau zijn ook verschillende soorten kraanvogels aanwezig, die hier de meest noordelijke populatie van Afrika vormen.
Erica Belt
Direct boven de boomgrens op een hoogte van 3400 tot 3800 meter tref je de Erica Belt. Een gebied met heide en dan met name de ‘Erica arborea’ soort. In Bale groeit deze soort heide uit tot bomen van wel 5 meter hoog en ze vormen zo een sprookjesbos bedekt met korstmossen. Het meest toegankelijke voorbeeld van dit zeldzame soort bos bevindt zich op de weg die het Sanetti plateau kruist, 100 meter boven Rira.
Het wild is hier lastig te zien vanwege bovengenoemde begroeiing, maar je kan uitkijken naar bergnyala, Menelik bushbuck en de gewone duiker. De klipspringer en klipdassen komen hier ook voor. De Bale Mountains zijn het enige gebied waar zowel mannelijke als vrouwelijke klipspringers hoorns hebben.
Harenna Forest
Het zuidelijke en grootste deel van het park bestaat uit het op een na grootste bos van Ethiopië, het Harenna Forest. Samen met het aangrenzende door de staat en de gemeenschap beheerde bos buiten het park heeft het een oppervlakte van meer dan 4000 vierkante kilometer. Het is ook het grootste nevelwoud van het land. De steile hellingen in de hoger gelegen delen van het natte nevelwoud zijn bedekt met bamboe. De lagere delen zijn begroeid met drogere bergbossen.
Naarmate je afdaalt verschijnen er grotere bomen tot wel 30 meter hoog en sluit het bladerdak zich. Vanwege de dichte begroeiing laat het wild zich maar zelden zien. Hyena’s, bavianen en ook leeuwen en wilde honden komen er voor, maar de kans dat je ze ziet is nihil. Ook de vogels weten zich goed te verbergen in het bos. Met veel geduld heb je de kans om er de Ethiopische monnikstimalia, salvadori’s bergastrild, Ayres’ havikarend, zilveroorneushoornvogel, zwartvleugelagapornis, monnikswielewaal, geelmaskerpapegaai, witwangtoerako of narina-trogon te zien.
Beste tijd om de Bale Mountains te bezoeken
Zoals te verwachten van dit hooggelegen gebied, staan de Bale Mountains National Park bekend om de overvloedige regenval en een vochtig bewolkt klimaat gecombineerd met periodes van zonnig weer en strakblauwe luchten. Ondanks de frequente buien in de middag, zijn mei tot september de ideale maanden om het park te bezoeken, aangezien de dagen warm en zonnig zijn. Juni is de beste tijd voor uitbundige lentebloemen en oktober tot april is de beste tijd voor langere trektochten.
Bezoek de de Bale Mountains
Heb je geen eigen (huur)auto dan zijn er 3 keer per week vluchten van Addis Ababa naar Bale Robert Airport. Goedkoper is het openbaar vervoer. Bussen vanuit Addis Ababa vertrekken vanaf het Mercato busstation. Gewoonlijk vertrekken ze om 6.00 uur ’s ochtends, maar het kan maar zo zijn dat je pas om 8.00 uur op weg gaat. De rit naar Dinsho neemt ongeveer 8 uur in beslag. Hiervandaan kun je met minibusjes of taxi’s naar je eindbestemming.
Meer informatie vind je op de website van Bale Mountains