Bangweulu betekent ‘waar het water de lucht ontmoet’, wat een perfecte beschrijving is van dit buitengewone beschermde natuurgebied in het noordoosten van Zambia. Zo beschreef Livingstone het als ‘een wereld van water en mierenhopen’. Met de mierenhopen bedoelde hij de vele termietenheuvels die oprijzen in het landschap.
Als een van de grootste wetlandsystemen van Afrika, is Bangweulu de thuisbasis van een aanzienlijke populatie bedreigde black lechwes (moerasantilopes) en is het een belangrijk broedgebied voor schoenbekooievaars. Het park is beroemd om zijn populatie en er zijn een aantal programma’s opgestart om de vogels te beschermen.
Naast de grote kuddes van black lechwes zijn er in het park ook sitatungas, tsessebes, reedbokken, duikers en oribis te zien. Zebra’s, olifanten en buffels worden ook af en toe waargenomen. Maar Bangweulu is geen klassieke safari bestemming. De voornaamste reden voor een bezoek is de mooie natuur, de black lechwes antilopen en de ruim 400 verschillende vogelsoorten dat het park rijk is.
Duurzaam beheer
Bangweulu is een uniek model voor Afrikaanse parken omdat het geen nationaal park is, maar een ‘Game Management Area’, waar het land toebehoort aan de lokale gemeenschappen die er wonen.
Er wonen zo’n 50.000 mensen die het recht hebben behouden om de natuurlijke hulpbronnen binnen het park duurzaam te gebruiken. Dit heeft in het verleden voor problemen gezorgd vanwege ongebreidelde stroperij en overbevissing. Hier kwam gelukkig verandering in toen African Parks in 2008 een langetermijnovereenkomst ondertekende met het Department of National Parks and Wildlife (DNPW) om samen met de gemeenschappen de wetlands duurzaam te beheren.
Nu ruim tien jaar later is er in Bangweulu een subtiele balans tussen de behoeften van de mensen en het behoud van de dieren in het wild. De visbestanden zijn aanzienlijk toegenomen na een tijdelijk visverbod dat tevens resulteerde in verbeterde vangstpercentages. Stroperij is ingeperkt waarna ondermeer de populatie moerasantilopes (black lechwe) steeg van 35.000 naar meer dan 50.000. In 2017 zijn 250 dieren waaronder zebra’s en impala’s naar het natuurgebied gehaald om de bestaande populaties uit te breiden.
Bangweulu Wetlands is nu de grootste werkgever in de regio en is op de goede weg om een toonaangevend voorbeeld te worden van gemeenschapsgericht natuurbehoud in Afrika.
Beste tijd om de Bangweulu wetlands te bezoeken
Tijdens het natte seizoen, van februari tot april, komt het park tot leven met vogels en is het een paradijs voor vogelaars. Omdat de vlaktes deels overstroomd zijn is de beste manier om ze te spotten per boot of kano. Ook is een wandelsafari in deze periode een goede optie. Houd er rekening mee dat de camping Nsobe deze periode gesloten is vanwege het hoge waterniveau.
Van mei tot juli zijn de vlakten droger en is het weer veel koeler. Dit is de perfecte tijd om moerasantilopes en schoenbekooievaars te zien tijdens je bezoek aan het park. Afhankelijk van de waterstand kan je ook met een boot op verkenning.
Van augustus tot december is het echte droge seizoen. Tijdens deze periode zijn de omstandigheden ideaal voor game drives. Het droge seizoen is ook de beste tijd om schoenbekooievaars (shoebill) nesten te zien.
Meer informatie op de website van Africanparks