Dzanga Bai is een moerasachtige open plek midden in het regenwoud. Het is ongeveer 250 bij 500 meter groot en is de beste plek in Afrika om grote aantallen bosolifanten te zien. Gewoonlijk zijn hier tussen de 40 en 100 olifanten te bewonderen. Tijdens mijn bezoek kwam ik uit op ongeveer 80 exemplaren. Deze bijzondere plek bevindt zich in het nationale park Dzanga-Ndoki, dat deel uitmaakt van de Sangha River Tri-National Protected Area (STN). Een beschermd natuurgebied van 28.000 vierkante kilometer dat zich uitstrekt in 3 landen (Centraal Afrikaanse Republiek, Congo en Kameroen). Het gebied werd in 2012 op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. Dzanga-Ndoki staat bekend om de relatief hoge populaties van bosolifanten en westelijke laaglandgorilla’s.
De open plek in de jungle is ontstaan door de veelvuldige bezoeken van de bosolifanten. Door de zoutrijke vlakte stroomt de kleine rivier de Dzanga. Er bevinden zich hier verschillende waterpoelen vol met belangrijke mineralen, die verder moeilijk zijn te vinden is het dichte bos. In het droge seizoen graven de olifanten diepe gaten om bij de mineralen te komen. De mineralen zijn een belangrijke aanvulling voor het minder voedzame eten dat de dieren in het bos kunnen vinden.
De Dzanga Bai trekt naast de olifanten ook een groot aantal andere diersoorten. Zo loop je kans om er bongo’s, Afrikaanse bosbuffels, bosvarkens, de sitatoenga moerasantilope en zelfs gorilla’s te zien. Van tijd tot tijd komen er ook grote zwermen papegaaien naar de Bai. In de verder dicht begroeide bossen is het wild spotten bijna een onmogelijkheid en dat maakt deze plek tot een unieke reisbestemming.
De Dzanga Bai dankt haar naam aan de Bayaka, een lokale pygmeeënstam die open plekken met een waterbron een bai noemt.
Bosolifanten
Tijdens een langlopende studie naar de olifanten zijn er in de Dzanga Bai 4000 verschillende olifanten geïdentificeerd. De meeste olifanten komen ’s nachts naar de Bai. Dit is vanwege het verleden met stropers, waardoor ze open vlaktes tijdens daglicht vermijden. Gelukkig hebben de rangers van het park de situatie nu goed onder controle en komen de dieren nu ook weer vaker overdag langs.
Olifanten zijn zowel overdag als ’s nachts actief en hebben geen vast slaappatroon zoals de meeste zoogdieren. Ze nemen in plaats daarvan korte rustmomenten verspreid over de dag. Deze variëren van een paar minuten tot een uur. In de ochtend trekken de olifanten het bos in om eten te zoeken, om daarna in de loop van de middag weer terug te keren naar de bai. Het is voor de olifanten tevens een belangrijke plek om te socialiseren en zich voort te planten. Als het droge seizoen begint in december komen ook de grote mannetjes naar de vlakte om zich voort te planten. In deze tijd zijn de mannen ook opeens hoffelijk en geven ze de vrouwtjes toegang tot de beste gaten met mineralen die ze hebben gegraven.
Na 22 maanden wordt er dan een nieuw olifantje geboren die rond de 113 kilo weegt en ongeveer 60 centimeter groot is. Het is één keer voorgekomen dat er bij de olifanten in Dzanga een tweeling werd geboren.
Verschillen tussen de bosolifant en de ‘gewone’ olifant
De olifanten in Dzanga zijn bosolifanten en helemaal aangepast aan het leven in dichte bossen.
- Bij bosolifanten zijn de vrouwtjes ongeveer 2 meter groot en bereiken de mannetjes de 2 meter 40. De olifanten op de savannes zijn minstens 50 centimeter groter.
- De slagtanden van de bosolifanten zijn over het algemeen van betere kwaliteit dan die van hun familie op de savanne. Het ivoor heeft een diepere kleur en ze zijn harder. Dit maakt ze gewild bij ivoorhandelaren die ze kunnen verkopen voor hogere prijzen.
- Het dieet van de bosolifanten in tegenstelling tot de savanne olifant bestaat voor veel groter deel uit vruchten. Daarnaast vullen ze het aan met bast van bomen en bladeren.
- Het leefgebied van beide soorten is ongeveer gelijk en kan zo groot zijn als 2000 vierkante kilometer.
- Bosolifanten zijn de minst bekende olifantensoort. Omdat ze grotendeels in de dichte bossen leven worden ze buiten dit soort plekken als de Dzanga Bai zelden gezien.
- De gemiddelde grootte van de groepen die de Bai bezoeken is 3 olifanten. Dit gaat vaak om een moeder met haar kinderen. Maar af en toe bezoeken ook grotere groepen bestaande uit een paar vrouwtjes met hun kroost de Bai. Bij de olifanten op de savanne zijn de groepen vaak groter met een gemiddelde van 6 vrouwtjes met hun kroost. Ook komen daar groepen voor van honderden olifanten die voor korte of langere tijd samen optrekken.
Bezoek de Dzanga Bai
De rit vanaf het kantoor en het informatie centrum van Dzanga Sangha naar de parkeerplaats bij de Bai is zo’n 14 kilometer lang. De weg is echter in dusdanige staat dat er over het algemeen niet hard gereden kan worden. Enkele zanderige stukjes daargelaten, waar de snelheid dan weer zo hard opgevoerd wordt dat je helemaal door elkaar wordt geschud. Het is ongeveer 40 minuten rijden en dan laat je de auto achter je voor een tocht door het regenwoud. De wandeling naar de Bai duurt 30 tot 40 minuten. Vrijwel meteen waden we door een kniediep riviertje met een zanderige bodem, voor we weer tussen de dichte begroeiing verdwijnen.
Het smalle pad onder een gesloten bladerdak komt langs verschillende wildpaden die zijn gemaakt door de olifanten. Het is dan ook goed opletten en na 20 minuten wandelen laat de gids ons abrupt stoppen. Een paar tellen later zien we op zo’n 10 meter afstand een eenzame kleine olifant tussen het groen. We wachten tot het dier zijn pad vervolgt en lopen dan ook weer door naar de Dzanga Bai. Aan de rand van de open plek is een groot platform gebouwd waar je in alle rust kunt genieten van het wildleven. Vanwege de ligging van het platform ten opzichte van de Bai kun je het bezoek het beste in de middag plannen. Het licht is dan het beste voor foto’s en het is gewoonlijk ook de tijd dat de meeste dieren zich overdag in de Bai bevinden.
De belangrijkste tip voor een bezoek aan de Dzanga Bai: neem insectenspray mee. Zonder, maar in mindere mate ook met wordt je belaagd door honderden vliegen. Ondanks het geweldige uitzicht vanaf het platform werd ik al snel helemaal gek van de vliegen die overal kriebelden en zelfs verschillende keren mijn neus en ogen in vlogen.
Gelukkig had een reisgenoot spray bij zich en mocht ik die gebruiken. Wij lieten vervolgens de indrukken vanaf het platform ruim 3 uur op ons inwerken. Rond 4 uur in de middag begonnen veel van de olifanten zich terug te trekken in het bos en was het ook voor ons tijd om terug te gaan naar de Lodge.
Het is ook mogelijk om te overnachten op het platform. Het is echter niet toegestaan om licht te maken dus tenzij het een volle maan is en onbewolkt zal je vanaf het moment dat het donker wordt niets meer kunnen zien.
Foto’s & video: Maarten van de Biezen