Midden in een enorm mangrovegebied liggen vijf eilandjes, de Karone eilanden. Op de eilandjes bevinden zich een aantal traditionele Diola dorpjes.
Kailo is met zijn 90 inwoners het grootste dorp. Een enorme baobab boom staat in het centrum van het dorp. Hier zijn in het verleden als we de verhalen mogen geloven belangrijke dorpelingen begraven.
Net als in veel andere dorpen in Senegal is de centrale boom een belangrijke plek voor de inwoners. Bij de boom spelen belangrijke rituelen als besnijdenissen en dorpsvergaderingen zich af. Is er iets gestolen, dan is een offer van palmwijn de manier om de dief binnen vijf dagen je eigendom weer terug te laten brengen. Doet hij dat niet dan zullen zijn wangen opzwellen tot hij heeft opgebiecht waar de buit is.
Dorpjes op de Karone eilanden
Wij zijn onderweg naar Boune, één van de kleinere dorpen op de eilanden. Boven de mangrovebomen steken palmbomen uit, een teken dat we in de buurt komen. Inmiddels staat het water erg laag en loopt de boot vast op een zandbank. Het laatste stukje zullen we wadend moeten afleggen.
Op de eilanden is geen elektriciteit en geen stromend water. Ook is er op geen van de eilanden een guesthouse of hotel te vinden. Kamperen is echter nooit een probleem en heb je geen eigen tent dan kun je na wat rondvragen vaak zonder problemen bij één van de locals overnachten. Wij verblijven bij familie van Catherine die we in Abene hebben leren kennen.
Marihuana
De eilandbewoners verbouwen wat rijst en verzamelen hun maaltijd met het vissen in de visrijke wateren. De voornaamste inkomsten bron is echter het verbouwen van marihuana. De afgelegen eilandjes vormen mede dankzij het animistische geloof in de regio een blinde vlek voor het leger en de politie die zich hier niet durven te vertonen. De cannabis is overal verkrijgbaar, maar neem niet de gok om het mee te nemen naar het vaste land. De straffen op het bezit van marihuana zijn nog steeds erg fors.
Naast Kailo en Boune zijn er nog de dorpjes Hillol, Kouba en Saloulou. Dit gebied ligt nog compleet buiten de gebaande paden van de doorsnee toerist. Het kost wat moeite om hier te komen, maar het is meer dan de moeite waard.
(Foto’s Maarten van de Biezen)