In Senegal zijn 6 nationale parken. Van de kleinste ter wereld (Îles des Madeleines) tot het 913.000 hectare grote Park National du Niokolo-Koba. De andere vier zijn het Park national des Oiseaux du Djoudj, Park National du Delta du Saloum , Park National de la Langue de Barbarie en het gesloten Park National Basse Casamance.
Ieder park heeft zo zijn eigen redenen voor een bezoek en vanwege de variëteit van het landschap in Senegal, met het droge noorden en het groene zuiden, lijkt geen enkel park op elkaar.
Nationaal park Niokolo-Koba
Het nationaal park Niokolo-Koba maakt deel uit van het grootste aaneengesloten wildpark in West Afrika. Het is het enigste natuurpark in Senegal waar je op zoek kan naar groot wild. Je hebt wel wat geluk nodig wil je leeuwen, luipaarden en waterbuffels spotten. Volgens de parkopzichters zijn er ook nog enkele olifanten in het park, maar die worden zelden gezien. De populaties van bovenstaande dieren zijn vrij klein en vanwege de enorme oppervlakte van het park lijkt het soms op het zoeken naar een speld in een hooiberg.
Is het dan toch de moeite waard om Niokolo-Koba te bezoeken? Naar onze mening wel. Het centrale en meest bezochte deel van het park ligt langs de oevers van de Gambia en Niokolo-Koba rivieren. In dit meest groene deel van het park zie je vrijwel zeker krokodillen, nijlpaarden, waterbokken, wrattenzwijnen, bosbokken, hartenbeesten, bavianen en met wat geluk de reuzenelandantilope.
Nationaal park Delta du Saloum
De Sine Saloum Delta wordt vanwege de rijkdom aan flora en fauna in het gebied ook wel de Amazone van Afrika genoemd. Een andere bijnaam is ‘de groene longen van West Afrika’. De delta is uitgeroepen tot één van de mooiste baaien ter wereld en je vindt er mangrovebossen, lagunes en eilanden in de ontelbare vertakkingen van een paar rivieren.
In de Sine Saloum Delta zul je weinig wegen tegenkomen en de enigste manier om de delta te verkennen is dan ook over het water. De Serer stam die in het natuurgebied woont kent het doolhof aan waterwegen op hun duimpje en kunnen je naar de mooiste plekjes in het park brengen of regelen een overnachting in een klein vissersdorpje in de delta.
Ook overwinteren er in de delta grote aantallen trekvogels uit Europa. Er komen bijna 650 verschillende soorten vogels voor en in de delta vindt je de grootste broedkolonie Koningssternen ter wereld.
Nationaal park Langue de Barbarie
Het nationale park Langue de Barbarie bevindt zich op het schiereiland bij Saint-Louis tussen de Senegal rivier en de Atlantische Oceaan. Het bestaat grotendeels uit een lange smalle strook zandstrand dat vele vogelsoorten aantrekt zoals pelikanen, flamingo’s steltlopers en grijskopmeeuwen. Op het breedste punt is het schiereiland ongeveer 500 meter breed met enkele zandduinen in het westen. Voor vogelaars is de beste tijd van november tot april. In deze maanden arriveren er duizenden trekvogels uit Europa.
Ook is het nationale park Langue de Barbarie het leefgebied van drie soorten schildpadden, waaronder de bedreigde Karetschildpad.
Nationaal park Djoudj
Nationaal park Djoudj is één van de drie grootste vogelreservaten ter wereld. Het is dan ook de ideale plek voor vogelspotters. Bij een bezoek zie je zeker grote aantallen pelikanen, flamingo’s en ooievaars. Nationaal park Djoudj bevat de grootste pelikanenpopulatie ter wereld. De volgels komen hier omdat het de eerste zone met permanent zoetwater is ten zuiden van de Sahara. Ieder jaar passeren er 3 miljoen vogels het park tijdens hun trek naar het zuiden.
Maar ook een ontmoeting met apen, gazelles, jakhalzen en krokodillen behoren tot de mogelijkheden bij je bezoek aan het park. Het park is slechts een deel van het jaar geopend. Plan een bezoek tussen september tot eind april.
Nationaal park Îles de la Madeleine
Îles de la Madeleine is het kleinste nationale park ter wereld, maar is ondanks dat een bezoek meer dan waard. Deze onbewoonde eilanden staan vol van mysteries. Ondanks de onvruchtbare grond groeien er een aantal kleine baobabs op de eilanden en leven er talloze soorten vogels. Hierdoor denken de Senegalezen dat Îles de la Madeleine behoord tot boze geesten. Dit in sterk contrast tot het geloof van de bevolkingsgroep Lébou, die gelooft dat hier de beschermgeest van Dakar leeft.
De meeste bezoekers bezoeken het hoofdeiland Sarpan. Op het eiland leven zo’n 30 stelletjes van de zeldzame Roodsnavelkeerkringvogels.
Daarnaast is er een afgeschermde rotspoel waar je lekker kan zwemmen en snorkelen.
Nationaal park Basse-Casamance
De laatste op de lijst is het nationale park Basse-Casamance. Het ligt in het zuiden van Senegal in de Casamance provincie tussen Gambia en Guinee-Bissau. In het 5.000 hectare grote park vindt je savannes en mangroves. Het is tevens het laatste gebied met Guinea-Congo bossen in het land en je vindt er zeldzame planten en dierensoorten. In het park zouden nog populaties buffels, luipaarden, zeekoeien en galago’s leven.
Dat gezegd is het nationale park Basse-Casamance al Sinds 1990 gesloten voor bezoekers vanwege de landmijnen die de rebellen in het gebied hebben gelegd. Ook bevinden zich in het natuurpark in de dichte bossen mogelijk nog kampen van de MFDC gezien er vandaag de dag helaas nog steeds geen oplossing is gevonden voor het conflict. In Oussouye vind je het hoofdkantoor van het park voor de laatste updates uit de Basse-Casamance.
Wildreservaten
Naast de zes nationale parken heeft Senegal ook een aantal wild reservaten. Wil je op zoek naar het grotere wild en ben je niet in de gelegenheid om helemaal naar het Niokolo-Koba park te reizen dan zijn het Bandia reservaat en het Fathala reservaat ook prachtige opties. Hier zie je onder andere leeuwen, neushoorns, giraffes en de bedreigde reuzenantilopen in hun natuurlijke omgeving.
(Foto’s: Maarten van de Biezen)