De geschiedenis van Gambia begint zo’n 500 jaar voor Christus. Archeologische vondsten en dan met name de Wassu steencirkels, hebben aangetoond dat er al mensen in de regio wonen vanaf die tijd. Rond 1200 migreerden de eerste Fula families naar het gebied. De Fula maakt tegenwoordig zo’n 20% uit van de Gambiaanse bevolking.
Tussen 1400 en 1600 behoorde het gebied tot het Koninkrijk Mali, wat het eerste koninkrijk in West Afrika was dat reikte tot de Atlantische kust. Het koninkrijk werd geregeerd door de Madinka die afstammen van de Mandé die in grote delen van West Afrika voorkomen. Ook vandaag de dag is de Madinka nog de grootste bevolkingsgroep in Gambia.
Tegen het einde van de zestiende eeuw werd de regio onderdeel van het Songhai koninkrijk. Door aanvallen vanuit Marokko en de komst van Portugese handelaren was dat koninkrijk echter geen lang leven gegund. Na de val van het Songhai koninkrijk probeerden zowel de Portugezen als de Fransen en de Engelsen de regio te claimen als deel van hun kolonies. Uiteindelijk kreeg Engeland het gebied rond de Gambia rivier en werd het omringt door de nieuwe kolonie van de Fransen. De Portugezen settelden zich iets Verden naar het zuiden in Guinee-Bissau. In de daarop volgende zeventiende en achttiende eeuw werd het gebied een belangrijk handelscentrum voor slaven die werden verscheept naar Amerika.
Toen Groot Britannië in 1807 stopte met de slavenhandel stuitte dat in Gambia op verzet. Er werd een militair fort gebouwd bij Bathurst (nu Banjul) om de voorvechters van de slavernij te beschermen. Mede hierdoor werd de slavernij in Gambia pas in 1906 afgeschaft.
In 1889 werden de definitieve grenzen tussen Gambia en Senegal vastgelegd door de Engelsen en Fransen. Vijf jaar later werd Gambia na verdere kolonisatie landinwaarts officieel een protectoraat van Groot Britannië.
Recente geschiedenis van Gambia
Op 18 februari 1965 verkreeg Gambia de onafhankelijkheid met koningin Elizabeth II als staatshoofd en Sir Dawda Kairaba Jawara als minister president. Vijf jaar later, op 24 april 1970, werd de republiek uitgeroepen en was Jawara tot president van het land benoemd.
Tijdens een militaire staatsgreep in 1994 werd president Jawara afgezet. Hij was toen als 32 jaar aan de macht sinds zijn benoeming tot minister president in 1962. De leider van de staatsgreep was Shiekh Professor Alhaji Dr Yahya A J J Jammeh. Hij benoemde zichzelf tot het nieuwe staatshoofd en regeerde het land met harde hand tot hij in 2016 onder dreiging van het Senegalese leger het land verliet na de door hem verloren verkiezingen.
Adama Barrow won deze verkiezingen en werd de nieuwe president. Bij zijn aantreden deed hij de belofte om het land maximaal drie jaar te besturen. Na deze termijn zou hij nieuwe verkiezingen uitschrijven. Inmiddels is zijn mandaat verlopen (december 2019) en zijn nieuwe verkiezingen niet in het zicht. Adama Barrow zegt meer tijd nodig te hebben om zijn hervormingen in te voeren en hint erop de standaard termijn van vijf jaar uit te willen dienen. De oppositie heeft al demonstraties aangekondigd voor wanneer het mandaat verloopt in december en hiermee is de politieke toekomst van Gambia erg onzeker.
Vooralsnog heeft de politieke situatie weinig invloed op het toerisme en is het land een prachtige vakantiebestemming met zon garantie. En dat op slechts zes uurtjes vliegen.
Meer weten over de geschiedenis van Gambia, lees dan verder bij Wikipedia.