ZUID AFRIKA – Een Afrikaanse safari is een ervaring als geen ander. De planning en voorbereiding is essentieel want het is een avontuur dat de meeste reizigers één, misschien twee keer in hun leven zullen meemaken. Gelukkig is er goed nieuws: zelfs tijdens een tussenstop van 44 uur in Johannesburg kan nog steeds een onvergetelijk avontuur beleefd worden. Onze bestemming is Kololo Game Reserve, dat in het malariavrije Waterberg-district van de Zuid-Afrikaanse provincie Limpopo ligt.
Kololo Game Reserve vormt een goede uitvalsbasis voor game drives in het grotere Welgevonden Game Reserve, waarvan het ingewikkelde ecosysteem van Waterberg één van de enige twee door UNESCO uitgeroepen savannebiosferen op het continent is. In dit gebied, dat oorspronkelijk bestond uit landbouwgrond, zijn een aantal particuliere wildreservaten tot bloei gekomen, die met behulp van natuurbehoud en natuurbescherming omgezet zijn in een uniek wildernisgebied van meer dan 38.000 hectare.
De iconische Big Five
In dit onderbelichte gebied lopen de iconische Big Five – leeuwen, luipaarden, olifanten, buffels en neushoorns – vrij rond tegen een achtergrond van glooiende heuvels, weelderige graslanden, rivierbossen en valleien. Dit klinkt cliché, maar desondanks heeft het niet dezelfde faam als het grotere Kruger National Park. Het gemis aan grote bezoekersaantallen maakt Kololo en Welgevonden juist intiemer en kleinschaliger. Hier zijn zo’n 65 zoogdiersoorten te vinden, waaronder de zeldzame bruine hyena, het schubdier en het aardvarken. Verder leven er ongeveer 100 soorten reptielen, kikkers, vissen en ook vogel- en faunaliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Hoewel het gebied daarnaast 320 soorten vogels en ongeveer 300 bloemensoorten huisvest, zijn het toch de Big Five die de meeste aandacht van de bezoekers trekt. Ook zijn er excursies mogelijk om de rotstekeningen van de San Bosjesmannen in het nabijgelegen Waterberg-gebergte te bekijken. Deze verscheidenheid zorgt ervoor dat elke hoek in het gebied tot een nieuwe ontdekking kan leiden. De komende twee dagen nemen we de proef op de som.
Game on
Op onze eerste dag worden we in de vroege ochtend opgehaald. We laten Johannesburg achter ons en zijn op weg naar Kololo. Voor beginnende safari-avonturiers – zoals mijn vrouw en ik – start ons avontuur met een drie uur durende autorit, die ons leidt langs een aaneenschakeling van glooiende landschappen en wegwijzers met plaatsen als Modimolle, Wolwefontein en Vaalwater. Als je dan toch onderweg bent is het wel zo leuk als er wat te zien en te beleven valt. Daar wordt goed op ingespeeld als we stoppen bij Lilies & Limes Country Shop. Een prima tussenstop die een warme en huiselijke sfeer uitstraalt en waar de geur van verse koffie zich vermengt met de zoete aroma’s van de lokale lekkernijen. We beproeven ons geluk met vers gebakken milktart en eigen gebrouwd gemberbier, aanbevolen door de vriendelijke eigenaresse Cindy. Deze caloriebom en cafeïne zijn precies wat we nodig hebben na een korte nacht.
We rijden verder richting de Bakkerspas en de slingerende weg biedt prachtige vergezichten. Het is een wereld van zongebleekte gele grassen, zo grenzeloos als de zee. Vanaf hier alleen nog maar ongeasfalteerde wegen van roestkleurige aarde, losse stenen, hekken en wildroosters. Maar uiteraard gaat het vooral om de dieren en terwijl we hobbelen over dit roodbruine ‘wasbord’ speuren we verwachtingsvol naar wild in de met struiken bespikkelde Afrikaanse savanne. Af en toe zien we een glimp van impala’s en zebra’s. Is dit het vooruitzicht? Wat het ook is, het is een heerlijke roadtrip.
Kololo Game Reserve
Maar het echte gevoel van avontuur ontstaat als we het kleinschalige Kololo Game Reserve komen binnenrijden. Een familie wrattenzwijnen graaft in de aarde, terwijl impala’s hoog in de lucht springen en gnoes in de verte grazen. De slagtanden van de wrattenzwijnen krullen omhoog en verhullen de wratachtige knobbels, waar ze hun naam aan te danken hebben. Hun staartjes schieten naar boven als ze van ons wegrennen.
We leren dat dit gedrag wrattenzwijnen waarschijnlijk in staat stelt om elkaar te volgen wanneer ze het hoge gras in rennen om dekking te zoeken. Onze gemoedelijke chauffeur Khyle noemt hun volle kwastjes dan ook ‘bush antennes’.
De eerste conclusie die we trekken is gelijk positief: vlinders met felle kleuren vliegen van de ene naar de andere struik. Mede hierdoor ademt Kololo een relaxte sfeer uit. Het is een fijn begin van een reis waar we naar uitkeken.
Onze safari-inwijding vindt plaats bij Kololo Game Reserve. De naam is gekozen vanwege een kleine antilope, de klipspringer die tevens afgebeeld is in hun logo. De komende twee dagen is dit ons ‘thuis’ en de uitvalsbasis voor game drives door Welgevonden. De ontvangst bij de receptie is allerhartelijkst, informeel en efficiënt. Voorzien van een welkomstdrankje krijgen we een korte rondleiding over het terrein en eindigen bij één van de 13 rustieke chalets.
De smaakvolle accommodaties zijn ontworpen om comfort te bieden. Er is gekozen voor een inrichting met neutrale tinten en traditionele kenmerken, waardoor het pastelkleurige chalet in harmonie is met het landschap. Afrikaanse kunst siert de muren, er is een hemelbed, een klein keukentje en een comfortabele zithoek. Het uitzicht vanaf de veranda op een kabbelend beekje, de Sterkfontein rivier, en de achterliggende heuvels is subliem. Dichtbij ons staat een groep waterbokken vredig te grazen. In de verte zien we twee neushoorns grazen, hun contouren bijna verloren in de uitgestrektheid van de natuur. Het lijkt op een tafereel uit één van de schilderijen.
Een ideale plek om te luieren
De lunch wordt geserveerd op een houten veranda, aan een gedekte tafel met uitzicht op het uitgestrekte heuvelachtige landschap. Het ademt een pure, onvervalste rust. De warme houten accenten en het rieten dak van het hoofdgebouw gaan naadloos over in de omringende natuur. We worden ontvangen door een aangenaam briesje en twee vrouwen uit de lokale gemeenschap leggen ons uit dat het schema van de dag hier vast staat. Een gamedrive in de ochtend, ontbijt, lunch, een middag gamedrive en vervolgens diner. Tel zon en een relaxte ambiance bij elkaar op en je hebt een ideale plek om te luieren bij het zwembad en te genieten van de omgeving.
Ontspannen gaat hier vanzelf, maar met de mogelijkheid om door de roofdiervrij bush te wandelen blijven we natuurlijk niet enkel bij het zwembad.
Als we onze eerste stappen zetten tussen het klein wild, zoals impala’s, blesbokken, gnoes (wildebeesten) en wrattenzwijnen, is het meteen raak. Een drietal parelhoenders steken hun kop nieuwsgierig boven het gras uit en in een Seringa boom perfectioneren kleurrijke wevers onder luid gekwetter hun hangende nestjes. Meteen wordt duidelijk waarom vogelliefhebbers hier zo graag komen. Het voelt alsof je rondloopt in een groot natuurthemapark en de dieren poseren graag, zo lijkt het wanneer een giraffe ons pad kruist. Hij kijkt ons aan, net zo nieuwsgierig als wij naar hem kijken. Slank en lang, met een koninklijke houding. Het is alsof hij poseert voor een fotoshoot, met de heuvels als achtergrond. Maar net zo snel als hij verscheen, draait hij zich om en sjokt statig met een vertraagde draf verder, alsof hij aan zijn portretrecht gehecht is.
We blijven even staan om alles in ons op te nemen, terwijl een scala aan vogelgeluiden Afrika bezingt. Dit is fantastisch, maar dan verschuift onze aandacht naar een Afrikaanse arend, die als een papieren vliegtuigje neerstrijkt op een tak van een afgeplatte acaciaboom; alsof hij daartoe opdracht heeft gekregen van een luchtverkeersleider. Het doet onwerkelijk aan en we zijn vastbesloten om de komende twee gamedrives niets aan ons voorbij te laten gaan.
Het safarigevoel
“We hebben de afgelopen dagen een aantal goede waarnemingen gehad,” zegt de gids in haar Zuid-Afrikaans accent. Voorafgaand aan onze eerste gamedrive vraagt ze wat we zouden willen zien. We vertellen haar dat het leuk zou zijn om een glimp op te vangen van leeuwen, cheeta’s en olifanten, maar we maken ons geen zorgen, want we zijn überhaupt blij om hier te zijn.
“Laten we op pad gaan en kijken wat we vandaag kunnen vinden.” In een terreinwagen, met open zijkanten en gelaagde zitplaatsen, rijden we met vijf anderen het Welgevonden Game Reserve in. We stoppen bijna net zo snel als we zijn begonnen, want als we het domein van de Big Five betreden galoppeert er direct een hartebeest voorbij.
Maar in plaats van vooruit te gaan, maakt de gids prompt een U-bocht van het hoofdpad af en buigen we linksaf over een slingerend paadje. “Ik wil jullie iets heel speciaals laten zien”, verteld ze, terwijl ze het stuur vasthoudt. Hoewel we de daadwerkelijke moord niet gezien hebben, zijn we getuige van een schoon gekauwde schedel van een Kaapse buffel, een iconische bewoner van de savanne en bekend om zijn indrukwekkende hoorns. Bijzonder natuurlijk, maar we hopen een compleet en levend exemplaar te zien. Plots ziet onze gids pootafdrukken in het zand en verse, nog bijna dampende uitwerpselen. Holy shit! Deze pannenkoekvormige hopen zijn van een nog levende Kaapse buffel. Dit biedt hoop.
Alle 800 kilogram van dit dier staan dichtbij
Eerst zien we opstuivend zand en dan vanuit het niets zien we hem staan. Mannelijke en vrouwelijke buffels hebben beide hoorns, maar de mannetjeshoorn buigen naar boven en smelten samen in het midden. Met zijn massieve hoorns straalt hij kracht en vastberadenheid uit. Ze zijn berucht om hun schichtige en humeurige karakter, waardoor ze vaak moeilijk te benaderen zijn. Alle 800 kilogram van dit dier staan zo dichtbij dat we hem ruiken en zijn spierbundels zien. Hij staart, snuift en zijn neusgaten glinsteren. Buffels zijn gevaarlijke dieren zegt onze gids, maar ze zijn goed voor het land. Met hun grazen, bemesten en vertrappen dragen bij aan de vruchtbaarheid. Dan draait hij zich abrupt om en verdwijnt tussen de struiken.
Binnen tien minuten nadat we in de terreinwagen zijn gestapt, worden we getrakteerd op deze vertoning. Deze waarneming voelt als een goed teken voor wat komen gaat en is slechts het begin van wat een avontuur blijkt te zijn.
De sensatie van het rijden over nauwelijks waarneembare zandpaden, door droge rivierbeddingen en dichtbegroeid struikgewas is opwindend. Tien minuten later wijst de gids naar de verte en we gaan nog verder off-road. Woeste rotsen, savannes en bos wisselen elkaar terwijl de struiken langs de zijkant van de terreinwagen schrapen.
Plots staan we voor een groep steppezebra’s. De groep bestaat uit een aantal merries met hun veulens en een paar hengsten. Een moeder en kalf lopen richting de terreinwagen. Ze lijken onze aanwezigheid niet te deren en kijken nieuwsgierig naar ons. Net als veel andere dieren communiceren zebra’s onder andere door met hun oren te bewegen. Momenteel staan hun oren rechtop. Dit schijnt een teken te zijn dat ze zich op hun gemak voelen en ze lijken dan ook te genieten van de aandacht die ze krijgen. Hun opvallende zwart-witte strepen, die net zo uniek zijn als onze vingerafdrukken, contrasteren prachtig met het weelderige groene landschap.
Gestreepte derrière
Zebra’s herkennen hun soortgenoten aan de hand van het strepenpatroon en op de rug van één van de zebra’s liften twee ossenpikkers mee. Ze hebben een symbiotische verhouding met elkaar. De ossenpikker voedt zich met teken en parasieten uit de vacht van de zebra, waardoor verlichting worden geboden bij irritatie en mogelijke ziekten. Ook spotten ze eerder gevaar, omdat ze een groter kleurenspectrum zien. In ruil daarvoor krijgt de ossenpikker, naast voedsel, bescherming tegen roofdieren, omdat zebra’s beter reageren op mogelijke dreigingen.
Maar ook andere verrassende weetjes komen aan bod en dan zijn zebra’s een dankbaar onderwerp. Zo zijn het om de één of andere reden zijn beruchte nudisten. Elke keer dat we klaar zijn om hun foto te maken, draaien ze zich om en pronken met hun gestreepte derrière.
Wanneer ze hun achterste naar ons toedraaien kunnen we zien of het een mannetje of een vrouwtje is. De zwarte streep op de kont is namelijk bij vrouwtjes breder dan die bij de mannetjes. En zebra’s, voegt onze gids eraan toe, produceren grote hoeveelheden gas als ze beginnen te rennen, dan laten ze de hele tijd scheten. Weer wat geleerd!
De gids glimlacht en maakt aanstalten om de motor opnieuw te starten, maar stopt plotseling. “Kijk daar eens naar”, zegt zij. Op nauwelijks meer dan een slurflengte afstand staat een olifant. “Weten jullie dat zijn slurf dezelfde functies heeft als een Zwitsers zakmes?” Dat wil zeggen dat hun slurf meerdere functies heeft.
Drinken, grijpen, ruiken, voelen en luisteren
Met zijn gespierde aanhangsel kan hij drinken, grijpen, ruiken, voelen en luisteren. Hij kan zijn ‘levende stofzuigerslang’ alle kanten op bewegen, zware voorwerpen op tillen, maar ook heel gecoördineerde behendige bewegingen maken, zoals een kleine tak optillen of een terreinauto omkeren. Hij is groot genoeg om het landschap te veranderen, bomen omver te trekken en zaden te verspreiden om de biodiversiteit te vergroten.
Dit is één van die momenten waar we op zaten te wachten. Een stier is uit het niets verschenen en staat langs de weg. De enorme dikhuid kijkt ons kalm aan. Gebiologeerd kijken we als hij perfect stil staat de manier zoals alleen een olifant dat kan. Hij lijkt meer op ons dan we zouden denken. Olifanten rouwen om hun doden zoals wij dat doen. Ook tonen ze empathie. Het zijn slimme, geëvolueerde dieren, in staat tot redenering en complexe denkprocessen. Daarnaast zijn ze sociale wezens die hechte vriendschappen sluiten en levenslang in familiegroepen blijven.
Dan pakt hij met zijn slurf een paar zaaddozen van de grond op, die hij als Smarties in zijn mond stopt. Met deze handeling dwingt deze vriendelijke reus van de savanne respect af. Groot, intimiderend en vertederend tegelijk. Een memorabele scène die zo perfect is, lijkt te zijn georkestreerd. Alsof een nauwgezette planning een olifant ertoe heeft gebracht ons te vereren met zijn aanwezigheid. Niets is minder waar en het is een prachtige ervaring die ons raakt tot hij zich langzaam omdraait en zijn weg vervolgt. Hier in het wild heersen dieren en zijn wij slechts toeschouwers.
Op dit moment blijft het bij bromgeluiden
Daarna volgt een geeuwend nijlpaard in de veiligheid van zijn natuurlijke middagbad. Met haar enorme massa kijkt ze net boven het café latte-kleurige water uit. We staan bovenwinds, waardoor ze zich niet bewust lijkt van onze aanwezigheid. Haar geeuw ontvouwt een angstaanjagende vlees- en tandenorgie. De terreinauto staat zo dichtbij dat we haar wimpers kunnen tellen. Hoewel ze ons doet denken aan ‘Gloria het Nijlpaard uit de film Madagascar’ vallen nijlpaarden zeker niet in de categorie van gezellige dieren. Vissers in Afrika hebben veel respect voor deze dieren, die tot 4 ton kunnen wegen en wiens beet de sterkste is van alle landdieren. Op dit moment blijft het echter bij bromgeluiden. Urhh, Urhh en dan zakken haar koraalroze oren het troebele water in. Een ring van bellen blijft over en dat is een mooi moment om verder te rijden.
De snelle en dramatische Afrikaanse zonsondergang is immers begonnen. En daar hoort een oud-safarigebruik bij, namelijk een sundowner. De gids stopt de terreinwagen en voordat iemand van ons weet wat ze aan het doen is, heeft ze een bar van de achterklep van de terreinwagen getoverd. Met een gin-tonic in de hand lijkt het, mede door het oplopende hoogteverschil van het landschap, alsof we naar een tweedimensionaal schilderij kijken. Alle elementen die een mooie zonsondergang garanderen komen samen. Planten en bomen kleuren warm in de gloed van het late licht.
Beste happy hour ooit
Het laat een kleurenpalet van fantastische oranje en roze tinten zien, waar Vincent van Gogh jaloers op zou zijn. Het landschap intrigeert en is onlosmakelijk verbonden met de oorspronkelijke bewoners en ontdekkingsreizigers die ons voorgingen. Het kan bijna niet anders, of je raakt door de safarikoorts aangestoken. Cheers! Net als Ernest Hemingway ooit deed, denk ik. Het is misschien wel het beste happy hour wat we ooit hebben meegemaakt.
Met de eerste safari-ervaring onder onze huid keren we terug naar Kololo. We kijken uit naar leeuwen en luipaarden, maar het gebrul dat we horen is niet van een katachtige, wel van de motor van de terreinwagen. Moeder Natuur bepaalt het script en we zijn blij met de waarnemingen van vandaag. Safari gaat immers niet alleen over het zien van leeuwen en luipaarden.
Als we in het dimmende licht terugrijden naar het kamp, worden we bij de gate uitgezwaaid door rangers van een anti-stropersteam. Dankzij hun inzet herbergt de Waterberg-biosfeer één van de grootste populaties neushoorns die nog op aarde zijn. Eenmaal bij Kololo worden we verrast door een laatste toegift. De avond valt hier snel en zorgt ervoor dat dieren hun veilige haven verlaten om op zoek te gaan naar eten. In de stilte komt een jakhals, herkenbaar aan zijn lange pluizige staart, tevoorschijn die sluipend in de schijnwerpers van de terreinwagen loopt. Hij pauzeert, bijna zelfbewust om gefotografeerd te worden en glipt dan de struiken in. Op het eerste gezicht lijkt deze glow-in-the-dark verschijning op een kruising tussen een vos en een Duitse herdershond. “Dit buitenbeentje van de savanne zijn opportunisten die met hun ijzeren magen alles aankunnen, van rotte karkassen tot bessen”, horen we onze gids opgewonden zeggen. Alles wat onze gids versteld doet staan, is een teken dat we in de aanwezigheid zijn van iets unieks. Maar dan, alsof er een schakelaar wordt omgezet, is het aardedonker. De jakhals verdwijnt uit het zicht en er blijft niet anders over dan het hoge fluitgeluid van de cicaden.
Stralende glimlach van het personeel en de familiestijl maaltijden
Bij aankomst beseffen we dat er iets charmants traditioneel is aan de manier waarop Kololo wordt gerund. Kololo is aangesloten bij Fair Trade en richt zich op gemeenschapsprojecten die ten goede komen aan het personeel en hun gezin. Dit is niet alleen te zien in de werkgelegenheid in de lodges, maar ook door het bieden van onderwijs, natuurbehoud en het verbeteren van de infrastructuur en gezondheidszorg. De stralende glimlach van het personeel en de familiestijl maaltijden zorgen ervoor dat we ons meteen thuis voelen.
We benutten het diner met een verscheidenheid aan gasten en de uren die volgen zijn gevuld met gedetailleerd commentaar en hun verbazende waarnemingen van dieren. Het zijn levendige verhalen onderbouwd met foto’s, het ene nog avontuurlijker dan het andere. Al snel raken we in gesprek met Wilma en Hans, een Nederlands echtpaar, met wie we eerder die dag een terreinwagen deelde. Ze zijn voor het eerst in Afrika en wonen in Portugal. Het gesprek vloeit, net als de Zuid-Afrikaanse wijn. Het is een authentieke ontmoeting met een energiek gepensioneerd koppel met een open blik op de wereld.
Hoewel het een gezellige avond is, slaat bij het dessert de vermoeidheid toe. We zijn net zo verzadigd en tevreden als dommelende leeuwen naast het karkas van een koedoe. Toch geven we onze voorkeur aan het hemelbed en aandachtig voor de zwakste geluiden en bewegingen in de bush slenteren we naar ons chalet, boven ons een fonkelend Zuiderkruis en miljoenen sterren. De begeleidende soundtrack wordt verzorgd door het koorgezang van kikkers en dansende insecten. We voelen ons nietig en bevoorrecht, want wie ooit in de nacht in een dun bevolkt gebied naar boven heeft gekeken, weet hoe intens en mooi een nachtelijke hemel kan zijn.
Catwalk en ninjakatten
De tweede dag zijn we voor dag en dauw op pad. Hoewel het kijken naar de zonsopgang in Afrika reden genoeg is om voor de zon op te staan, zijn we eerder op omdat de eerste twee uur daglicht de beste tijden zijn om dieren in het wild te zien. We worden begroet met “Goeiemôre!” en het duurt niet lang voordat we synchroon lopen met de dagelijkse mantra.
Een typische dag op safari bestaat uit twee gamedrives: één voor het ontbijt en de andere in de late namiddag en avond voor het diner. Het zijn de koelste delen van de dag om gamedrives te doen. Dan zijn de meeste dieren immers actief.
Er is iets met het woord ‘safari’ dat beelden oproept van warme, zonnige dagen en kaki outfits. Maar afhankelijk van de timing van je gamedrive (tijd van het jaar en tijdstip van de dag), kan het koud worden. Zo ook om 05.00 uur deze morgen. De dagen in Limpopo zijn weliswaar heet, maar de nachten zijn steenkoud. Toch zit de sfeer zit er al meteen goed in, want onze gids trekt zich niets aan van een Beaufortje meer of minder. ‘Zin om wat grote katten te zien vandaag?,’ is de retorische vraag van haar. Als ze vraagt welke dieren we deze ochtend zouden willen zien, zijn we specifieker. Nijlpaarden en neushoorns. “En luipaarden en leeuwen.” Wat heeft vandaag in petto? Wat zullen de komende uren brengen?
Volledig onvoorspelbaar
Als er één ding consistent is aan de dagelijkse gamedrives, dan is het wel dat ze volledig onvoorspelbaar zijn. Dit is geen dierentuin en er zijn geen garanties. De onvoorspelbaarheid is vergelijkbaar met het ontdekken van nieuwe plekken. Je kunt twee keer terugkomen naar dezelfde plek, dezelfde activiteiten doen, maar geen twee gamesdrives zullen ooit hetzelfde zijn. De dieren laten zich immers niet sturen en de moeite die je moet doen om de Big Five te spotten zorgt al de helft van de aantrekkingskracht. Er zijn drie belangrijke factoren die bijdragen aan de kwaliteit van een safari ervaring, namelijk; 1) een bekwame gids, 2) de locatie en de tijd van het jaar en 3) geluk!
De inspanning wordt deze morgen geleverd door onze gids, die het gebied goed kent. Via de mobilofoon staat ze in contact met andere gidsen die zich in hetzelfde gebied bevinden en ze houden elkaar op de hoogte van de vindplaatsen van het wild. Het is als een schatkaart: we hoeven enkel de aanwijzingen te volgen en als snel krijgt ze het bericht dat er olifanten zijn gesignaleerd. Wat volgt is een stevige tocht door het ruige landschap waarbij de onverharde paden verlaten worden en we flink door elkaar worden geschud.
Panoramisch uitzicht
Het pad kronkelt en stijgt omhoog tussen de heuvels, totdat we ineens aan de rand van een klif staan met een indrukwekkend panoramisch uitzicht. Onze gids herkent de reactie. “Iedereen is onder de indruk als ze hier aankomen. Als ik hier sta, geniet ik iedere keer weer van het uitzicht,” mijmert ze. We zien de zon opkomen en kijken naar de lager gelegen vallei. Een serene kalmte maakt zich van ons meester. Het roept het klassieke en tijdloze beeld op van Afrika: een mozaïek van weidse vergezichten, wuivende goudgele grasvlakten en beekjes, allemaal onder een blauwe lucht. In dit soort landschappen doen mensen er niet toe.
Tijd voor de verrekijker en zowaar: beneden ons zien we sereen tafereel van grazende kuddes zebra’s die in paren staan met hun koppen rustend op elkaars rug. In feite is deze rug-tot-staart positie een mogelijkheid om roofdieren beter in de gaten te houden. Verder ontvouwt zich een aanblik van gnoes, gazelles, achter elkaar aanspringende impala’s en olifanten die traag door het landschap bewegen.
We vergapen ons aan dit uitzicht, langzaam nippend aan de dampende koffie om onze zintuigen verder te prikkelen. De soundtrack van deze ochtend bestaat uit een elektrische symfonie van zoemende insecten en gekwetter van vogels, die tussen de bomen fladderden.
Usual safari suspects
Op de savanne zijn veel impala’s. Hoe gewoon ze ook zijn, het zijn nog steeds opvallend mooie dieren. Dat geldt ook voor al het andere wild. Waar we de dag ervoor aanvankelijk nog voor zebra’s, wildebeesten, wrattenzwijnen en een paar andere usual safari suspects stopten, vinden we hun aanwezigheid in het landschap inmiddels volstrekt normaal. De terreinwagen komt heel dicht bij neushoorns. Ook spotten we tal van antilopen in alle soorten en maten en tientallen gnoes op hun dunne poten, maar het ontbreken van katachtigen gisteren is het geluk van vandaag.
“Stop!” De gids trapt op de rem. Terwijl ze de terreinauto in zijn achteruit zet, zien we allemaal tegelijk wat mijn vrouw heeft gezien: tussen de groene struiken langs de weg verraadt een opgeheven puntje van een staart de aanwezigheid van een dier. “Kun je de staart zien?” fluistert één van de medereizigers. “Het is een aap”, oppert de ander.”
Het blijkt een cheetah te zijn. Met een topsnelheid van bijna honderd kilometer per uur is zij het snelste landdier op aarde, maar nu stapt ze kalm voor onder neus de weg over. Om een idee te krijgen: een cheetah accelereert bijna vier keer zo snel als voormalig topatleet Usain Bolt.
Nu heeft het meer weg van een stilstaand beeld van in de wind wuivende grashalmen, waar het opgeheven puntje van een luipaardstaart van rechts het beeld binnenwandelt en links er weer uit! Als we tien seconden eerder of later op deze plek waren geweest, hadden we niets gezien.
Verlicht in de vroege zon sluipt ze voort, terwijl de onmiskenbare afdruk van haar vacht het licht van de zon vangt die door de bomen filtert. Het is een zeldzaam gezicht, verzekert de gids ons. Zo’n brutale walk-by is bijna ongehoord. Normaal gesproken zijn deze ongrijpbare katten door hun kleuren vaak moeilijk te onderscheiden zijn van hun omgeving. Deze fysieke eigenschap weerspiegelen hoe cheetahs zijn uitgerust om te overleven. Het vlekkenpatroon is niet geëvolueerd om prachtig te zijn, maar dient als camouflage. Hun bewegingen zijn niet bedoeld om stijlvol te zijn, maar zijn een aanpassing om onopgemerkt prooien te besluiten.
Catwalk
De gids rijdt dichterbij in de hoop dat zij het dier niet stoort. Er ontstaat een gespannen stilte. De motor wordt uitgezet en we bewonderen de ingetogen kracht van het elegante lichaam en ze oogt zelfverzekerd als ze zonder aarzeling op een delicate manier verder loopt. Ze is een schoonheid en ik begrijp nu waar het begrip “catwalk” vandaan komt. Als ze aankomt bij een beschutte plek bij een boom blijkt ze niet alleen te zijn.
“Ze zijn erg schuw en dat maakt cheeta’s speciaal”, zegt onze gids. “Ze delen het gebied met hun vleesetende tegenhangers, luipaarden, leeuwen, Afrikaanse wilde honden en gevlekte hyena’s, maar het zijn erg solitaire dieren en waarnemingen komen volledig op hun voorwaarden. Daarnaast houden ze van rotsachtige gebieden met grote bomen, dus hebben ze de neiging om goed gecamoufleerd te zijn. Als gevolg hiervan kunnen ze één van de moeilijkere dieren zijn om te vinden, dus als je er een ziet, voelt dat als een geweldig voorrecht. “Ik noem ze dan ook ninjakatten”. Een waarneming duurt vaak maar een paar minuten, of zelfs een paar seconden.” Wat we voelen, laat zich lastig in woorden vatten. Het is een moment van pure safari-perfectie.
We brengen nog tien minuten door in hun gezelschap tot ze vertrekken. Te midden van het fluisterende gras ontbreekt enkel nog de zachte commentaarstem van wijlen Sir David Attenborough.
Dat we cheetah’s in het wild hebben mogen zien, is een voorrecht. Het vakje “cheetah” van de bucketlist-items kan resoluut worden aangevinkt. We bedenken ons dat het tijd is om een lot te kopen, want geluk lijkt aan onze zijde. De rest van de dag is bonus.
De Ugly Five
Wanneer we verder rijden, is het stil aan boord. Iedereen vraagt zich af hoe we dit moment gaan overtreffen. Maar er is meer! De gids weet er nog een schepje bovenop te doen als ze een paar schichtig kijkende gnoes spot. Een passagier merkt op dat hij vindt dat gnoes, ondanks hun lompe proporties, er met hun lichte baardjes en gebogen hoorns nogal aristocratisch uit zien en de gids antwoord: “Het spijt me je dit te moeten vertellen, maar de gnoe is één van de Ugly Five.” De lelijke vijf! Wie zijn de anderen? “De gevlekte hyena, de kiepkopgier, het wrattenzwijn en de maraboe-ooievaar.”
“Dit zou iets kunnen zijn,” mompelt ze. “Leeuwen!”, roept ze. Als we de droge rivierbedding volgen zien we vijf leeuwinnen die zich lijken voor te bereiden op de jacht. Daar zijn ze. Onverstoorbaar sluipen ze door het gele olifantengras, hun vacht glanzend in het zonlicht van de dag. Ze negeren ons en lijken te zijn gefixeerd op de gnoes in de verte. We zien ze door het gras glijden met gespannen spieren en de kop dicht bij de grond.
De aanwezigheid van de terreinwagen, die op enkele meters afstand wordt stilgezet, lijkt ze niet te deren. Eén van de leeuwinnen gaat in het gras liggen. Ze likt aan haar poten zoals een huiskat dat doet. Een andere leeuwin gaat een andere kant op, gaat zitten en staart aandachtig in de verte. Twee anderen geven elkaar nonchalant een kopje en stoeien met elkaar. Het zijn prachtige dieren, en hoewel het gemakkelijk kan zijn om verschillende persoonlijkheidskenmerken aan hen toe te schrijven, moeten we accepteren dat deze roofdieren leven zoals ze zijn geboren en concurreren om territorium en voedsel.
Noch roofdier noch prooi
Dan loopt één van de leeuwinnen nonchalant langs de terreinauto. Zo dichtbij dat ik bijna mijn hand over haar rug kan laten glijden. Voor haar, en de meeste dieren die hier leven, zijn mensen één met het voertuig waarin ze zich bevinden (tenzij ze opstaan of plotselinge bewegingen maken). Noch roofdier noch prooi. Voertuigen vormen een kleine bedreiging, die het beste kan worden genegeerd.
Even onderbreekt ze haar tred en kijkt onderzoekend naar de terreinwagen. Ze neemt de geuren in haar op om vervolgens als een huiskat uitgestrekt te gaan liggen in het door een bosbrand zwartgeblakerde gras. Ik schiet tientallen foto’s. Alleen het geklik van onze camera doorbreekt de ingehouden stilte. Haar indringende blik ontmoet de mijne met een wilde intensiteit, haar snauw gevangen in de lens, waardoor haar enorme tanden bloot komen te liggen. We begrijpen de hint, het is tijd om haar met rust te laten.
Na het geluk te hebben gehad met deze fijne katten, die een goede show opvoerden voor de camera’s, staan we oog in oog met een witte neushoorn die rustig langs de kant van de weg staat te grazen. Na de olifanten zijn het de grootste landdieren in Afrika. Weer is de natuur ons gunstig gezind, verzekert de gids ons. De neushoorn maakt geen aanstalten om te verplaatsen. Dit is zijn terrein en wij dienen ons hier aan te passen. En zo hoort het natuurlijk ook!
Grasmaaier
Het grootste deel van de dag besteden neushoorns aan grazen, gemiddeld veertien uur. Een volwassen neushoorn heeft per dag ongeveer honderd kilo gras nodig. Hij is dan ook als een grasmaaier aan het grazen, maar het is niet alsof hij niet heeft gemerkt dat we naar hem kijken. Zijn oren draaien rond om onze gedempte gesprekken op te vangen. Het is fascinerend om naar dit prehistorische dier te kijken. Hij ziet er vreemder en vreemder uit naarmate je langer naar hem kijkt. Zo gefascineerd als wij kijken, zo ongeïnteresseerd wroet hij zich kauwend een weg door het gras. Deze desinteresse heeft gelukkig ook een voordeel: we kunnen ruimschoots de tijd nemen om hem van alle kanten te observeren.
Op enig moment neemt hij een paar diepe snuiven, waarbij hij al zijn zintuigen gebruikt om te doorgronden wat de aard is van het grote groene ‘dier’ dat naar diesel ruikt. Hoewel het zicht van neushoorns slechts is, maar daarentegen hun reukvermogen erg goed is, lijkt het dier lijkt zich te gedragen zoals hij dat ook zou doen zonder onze aanwezigheid en kauwt hij verder op een pluk grassprieten. Zijn smakkende en snuivende geluiden, zou iemand met misofonie waarschijnlijk tot waanzin kunnen drijven.
Wit of zwart?
In Afrika leven twee soorten neushoorns. De ene soort heeft een haaklip, die bedoeld is om bladeren vast te grijpen. De andere soort heeft een brede lip om gras te oogsten. In de koloniale jaren in Zuid-Afrika noemden de Nederlanders deze soort de ‘wijde’. De Afrikaners spraken dit iets anders uit, waardoor het door de Engelsen verkeerd geïnterpreteerd werd als white, oftewel ‘wit’. Sindsdien wordt de neushoorn met de brede lip de witte neushoorn genoemd en het dier met de haaklip de zwarte neushoorn. Ook al zijn ze allebei ontzettend grijs.
Het valt ons op dat een neushoorn veel rimpels en vouwen heeft in zijn huid. Volgens de gids hebben die een belangrijke functie. Een neushoorn kan namelijk niet zweten, daarom nemen ze af en toe een modderbad tegen de warmte. Op een strakke huid zou het vocht immers snel verdampen en de rimpels en vouwen houden het water veel langer vast. Die kreukeljas helpt neushoorns dus om af te koelen.
Na een poosje komen we aan bij een open grasvlakte waar we een Nyala-antilope treffen. Ze laat ons heel dicht in de buurt komen. Het is een prachtig dier, met ranke poten en grote ronde Disney-achtige ogen. Maar als we haar nog dichter benaderen, baant zich langzaam een weg naar de schaduw van de bomen aan de rand van de vlakte.
En deze gamedrive heeft nog een laatste verrassing in petto. Soms is het subtiel: zoals een adelaar in een boom. Op andere moment is het wild moeilijk te missen.
Zo wordt een gewone bocht ineens bijzonder als we uitkomen op een prachtige vlakte bedekt met kort gras als een golfgreen, bezaaid met antilopen, schichtige gnoes en zebra’s die elkaar in de staart bijten. Ze rennen ons voorbij, de oren plat en de staarten wapperend. We stoppen en kijken hoe het zich allemaal ontvouwd. Op een ander punt verschijnen twee gnoes. Ze maken wilde bokkesprongen, waardoor de zilveren glans van hun vacht geaccentueerd wordt en de samenhang iets puurs heeft.
Dit is één van de voordelen van een verblijf in het Welgevonden natuurreservaat – de dieren in het wild leven op natuurlijke wijze samen met menselijke bezoekers, maar worden niet bedreigd door hun aanwezigheid. Ze zijn eraan gewend geraakt om te worden geobserveerd, wat betekent dat de gidsen je zo dicht mogelijk bij de dieren kunnen brengen als ethisch mogelijk is. De natuur zorgt dan voor de rest.
Lekkerbly en wel- oftewel goed gevonden
Met het gevoel hier beslist nog eens terug te keren, nemen we hartelijk afscheid. Wie in korte tijd een grote verscheidenheid aan flora en fauna wil zien doet er goed aan Welgevonden en Kololo te bezoeken. Je vindt hier een prachtig landschap met onder andere de Big Five, maar de grote aantallen bezoekers ontbreken gelukkig (nog).
Binnen 28 uur hebben we twee elk drie uur durende game drives gemaakt en zagen we een Ark van Noach aan Afrikaanse fauna. Voldaan rijden we terug en tevreden maken we de balans op van wat we hebben meegemaakt. Houd je van een prachtige natuur of een rijk dierenleven, dan zit je hier goed.
In het vliegtuig laat ik dromerig de gebeurtenissen van de afgelopen dagen als een film aan mij voorbijgaan. Voordat we vertrokken, werd ons verteld dat het meemaken van een Afrikaanse safari impactvol kan zijn. Ik was sceptisch, maar er is iets met de omgeving, de natuur, de mensen en de rust. Het roept bij mij gevoelens op van vrijheid en verlangen naar meer avontuur en dit maakt me ook melancholiek. Lekkerbly, om het zo maar eens uit te drukken. Ik zal weer moeten wennen aan dagen achter de computer. Toch bedenk ik me ook dat je je als mens gelukkig mag prijzen om dit mee te kunnen maken. De conclusie: we zouden graag terugkeren om dit safari-avontuur met onze dochter en zoon te ondernemen. We kunnen ons dit blijven afvragen, maar proberen dit maar al te graag uit.
Baie welkom in Kololo en Welgevonden Game Reserve!
Door Robin van de Biezen