Het nationale park Lobéké bevindt zich in het uiterste zuidoosten van Kameroen. In het park zijn grote populaties bosolifanten, chimpansees en gorilla’s te vinden. Door de dichte vegetatie is wild spotten echter nog niet zo makkelijk. Om de kansen wat groter te maken zijn er verschillende uitkijktorens gemaakt bij een aantal open stukken bos, ook wel Bai’s genoemd. Een safari in Lobéké houdt dan ook in dat je niet zoals bij de meeste traditionele safari’s actief op zoek gaan naar wild, maar dat je wacht in één van de torens tot het wild naar jou toekomt. Trek voor een bezoek bij voorkeur meerdere dagen uit, want niet alle dagen worden er gorilla’s en olifanten gezien.
Naast de olifanten en gorilla’s is er de kans om sitatoenga of moerasantilope, bongo’s, buffels, reuzenboszwijnen, duikers en heel veel soorten vogels te zien.
Zorg voor goede wandelschoenen, je bezoekt de uitkijktorens ter voet en de afstanden tussen de torens zijn soms tot 9 kilometer lang. Onderweg kom je vrijwel zeker apen tegen, met name de zwarte en witte colobus apen alom aanwezig.
Petite Savane en Djangui
Petite Savane is een gedeeltelijk moerassige open plek en wordt vaak bezocht door laagland gorilla’s. De colobusapen komen ook veel voor in dit gebied, net als sitatoenga. De open plek heeft een uitkijktoren en een simpele Kampeerplaats die plaats biedt aan maximaal vijf personen.
Djangui is een paradijs vol met buffels en vogels. Elke ochtend volgt een spektakel van duizenden Afrikaanse groene duiven die hier hun vogeldans uitvoeren. Vermakelijk zijn de tot mislukking gedoemde pogingen van de apen om de duiven te vangen.
Een mooie lange tocht van 36 kilometer brengt je naar Boamir Roche. Hier zijn veel open stukken bos waar veel dieren in de vroege ochtend en namiddag komen om te eten.
Het tourisme in Lobéké staat nog in de kinderschoenen. Dat maakt het park de plek om gorilla’s in het wild te bezoeken. En dan kan het ook nog eens voor een fractie van de prijs van wat wordt aangeboden in bijvoorbeeld Rwanda en Oeganda.
Sangha River Tri-National Protected Area
Het park grenst aan twee andere nationale parken. Dzanga-Sangha in de Centraal Afrikaanse Republiek en Parc National de Nouabalé-Ndoki in Congo-Brazzaville. De drie parken zijn tot stand gekomen met hulp van het Wereldnatuurfonds. Het beschermde gebied beslaat nu 28.000 vierkante kilometer met intacte oerbossen en er zijn plannen om dit verder uit te breiden.
Bezoek Lobéké
Een bezoek aan Lobéké begint in Yokadouma. Bij het kantoor van de Ministry of Finance betaal je de parkgelden en de gids. Het betaalbewijs laat je zien bij de ingang van het park. Om bij het park te komen zul je over eigen vervoer moeten beschikken of een tour regelen in Yokadouma. Het park ligt erg afgelegen en het kost je minimaal twee dagen om er langs een onverharde weg te komen. Het park verwelkomt dan ook maar een paar honderd bezoekers per jaar. Grote kans dat je bij jou bezoek de enigste toerist bent.
Om er te komen moet je over wat humor en veel geduld beschikken. Verwacht ongeveer 30 keer door politie, wegveiligheid en het leger te worden tegengehouden. Allemaal willen ze de paspoorten zien. Niet eens omdat ze op zoek zijn naar een extra zakcentje, hoewel die er ook bij zijn, maar meer gezien de toeristen het hoogtepunt zijn van wie er deze week bij hun checkpoint voorbij kwam. Veelal zijn ze vooral uit op een onderbreking van de dag. Heel gezellig, maar niet handig als je daardoor bij elk checkpoint 15 tot 30 minuten kwijt bent.
De laatste overnachtingsmogelijkheid vind je in Mambele bij Camp Kombo of het kampement van het WFF. In het dorp is ook een kantoor van het park waar je een bezoek en gids kan regelen, mocht je dat nog niet gedaan hebben in Yokadouma. Tussen Mambele en Yokadouma rijdt dagelijks een bushtaxi van Alliance Voyage.
Vanaf Mambele is het nog 45 kilometer rijden naar de parkeerplaats van het park. De eerste uitkijktoren ‘petite savane’ bereik je na een wandeling van 6 kilometer.
Overnachten in het park is toegestaan, maar je zult zelf voor tenten en eten moeten zorgen.
De beste tijd om Lobéké te bezoeken is van december t/m maart. Het droge weer tijdens deze maanden zorgt voor een iets minder dichte vegetatie, wat de kansen op het spotten van wild groter maken. Daarnaast zijn de wegen een stuk toegankelijker in deze tijd.
Een bezoek aan het park met 2 personen voor 3 dagen kost je rond de €200 tot €250. Dit is incl. gids, tracker en transport.
Een aanrader, dit is Afrika op zijn puurst!