De 10 mooiste bestemmingen in Senegal

Na 8 bezoeken aan Senegal is dit onze top 10. 

10. Niafrang

Nummer 10. Eigenlijk met stip op nummer 1, maar ik snap dat voor de gemiddelde reiziger Niafrang slechts een ander dorp is. Toch is het een bezoek meer dan waard. In dit traditionele Diola dorpje maak je kennis met het echte Afrika. Het dorpje ligt net onder de grens met Gambia op een prachtige plek aan zee. Je kan er dan ook heerlijk wandelen door de omliggende (mangrove)bossen, rijstvelden en duinen. Het meest indrukwekkend zijn echter de kilometers lange verlaten stranden. Loop je bijvoorbeeld langs zee de 6 kilometer naar Abene dan komt het zelden voor dat je onderweg iemand tegenkomt. 

Niafrang is een overwegend christelijk dorpje in het verder vooral op de islam gerichte land. Waar dat elders nog wel eens tot spanningen kan leiden leeft hier iedereen vreedzaam samen. Daarnaast gelooft men hier net als in de rest van Senegal nog heilig in traditionele geesten en goden. Eén keer in de drie jaar wordt er hier een festival gehouden, waarbij de Koumpo een vaste gast is. De Koumpo is een bosgeest die het dorp bewaakt en zich laat zien op bijzondere feestdagen. De Kankurang is een ander mystiek gemaskerd wezen die de dorpelingen beschermd tegen tegen boze geesten en heksen en zich vooral laat zien tijdens bijzondere ceremonies als besnijdenissen. 

Het is misschien een beetje aanpassen, in het dorp is geen elektriciteit en stromend water. Wil je douchen dan takel je een emmer water uit de put naar boven en heb je ’s avond’s licht nodig dan maak je een kampvuurtje of steek je een kaars aan. Dit zijn echter wel de ervaringen die je een bezoek aan Niafrang nooit doen vergeten. Voor mij dé plek om even aan het gejaagde Nederlandse tempo te ontsnappen. De vriendelijke dorpelingen zullen blij zijn je te zien! 

9. Ile de Gorée

Ile de Gorée is een voormalig slaveneilandje net ten westen van Dakar. Tussen de 15e en 19e eeuw was Gorée één van de grootste centra van de trans-Atlantische slavenhandel. De ‘Door of no return’ in het slavenhuis was het laatste wat de meeste van de honderdduizenden slaven zouden zien van Afrika terwijl ze ingescheept werden voor hun reis naar Amerika. Het geeft een indrukwekkend beeld van de zwarte bladzijde in de geschiedenis van Senegal. 

Tegenwoordig gaat het er echter een stuk vriendelijker aan toe. Ile de Gorée is nu het toevluchtsoord voor kunstenaars die je hier overal tegenkomt. Op het eiland zijn verschillende musea en forten die je kan bezoeken. Op het hoogste punt van het eiland staat het ‘Slavery Freedom Monument’. Een stenen standbeeld in de vorm van een zeil opgedragen aan alle slaven die vanaf hier de overtocht naar Amerika al dan niet overleefden. 

Na de geschiedenis les is het heerlijk bijkomen in één van de verschillende restaurantjes en barretjes rondom de haven. 

Vanuit Dakar is het zo’n 20 minuten varen naar Ile de Gorée, wat het tot een perfect dagtochtje maakt om even de hectiek van de hoofdstad te vermijden. Het is ook mogelijk om op het eiland te overnachten. Er zijn verschillende guesthouses, maar ook de lokale bewoners bieden overnachtingen bij hun thuis aan. Heb je de tijd dan is dat zeker een aanrader. Nadat de laatste boot met toeristen aan het eind van de middag is vertrokken zijn de straten uitgestorven en heb je het eiland praktisch voor jezelf. 

8. De Zandduinen bij Lompoul

Zandduinen in Senegal? Ja, ze zijn er bij Lompoul. Het lijkt alsof er een klein stukje van de Sahara is opgetild en hier is gedropt. Vlakbij de kust met de Atlantische Oceaan is Lompoul het toneel van twintig vierkante kilometer zandduinen. Had iemand je foto’s ervan laten zien en gezegd dat ze middenin de Sahara woestijn van Mauritanië of Tsjaad gemaakt waren dan zou je het zo kunnen geloven. 

De zandduinen torenen hoog uit boven de verschillende tentenkampen. De traditionele witte khaïmi tenten uit Mauritanië steken fel af tegen het rood-bruine zand en kamelen brengen in een rustig tempo toeristen de duinen in en uit. Het maakt de zandduinen bij Lompoul één van Senegals meest bijzondere bestemmingen. 

7. Pointe Saint-Georges

Pointe Saint-Georges wordt in een reisgids beschreven als het meest afgelegen dorpje op het vaste land van de Casamance. Het is inderdaad een hele trip om hier te komen, maar niet voor niets staat Pointe Saint-Georges in de top 10 bestemmingen van Senegal. Na een wandeling van 9 kilometer uit Mlomp door een prachtig mangrovegebied met smalle paadjes en houten bruggetjes komen we in het dorp. 

Het gebied rondom Pointe Saint-Georges maakt deel uit van een natuurreservaat dat een thuis biedt aan misschien wel de grootste populatie zeekoeien van Senegal. De dieren komen hier om bij een ondergrondse zoetwaterbron te drinken na hun strooptochten door de mangroven. Bij laagwater is de kans dat je de dieren ziet dan ook bijna gegarandeerd. Toch is dat voor ons niet de de voornaamste reden dat het in deze lijst staat. De savanne’s rond het dorp doen niet onder aan die van de Serengeti, hoewel de wilde dieren hier zijn vervangen door koeien.  

Bij een wandeling door de bossen is het mogelijk om een platform in een 40 meter hoge oude kapok boom te beklimmen. Je wordt gezekerd in een veiligheidsharnas die je beschermd mocht je één van de missende treden op de touwladder missen. Het uitzicht over de bossen en de rivier is adembenemend. 

6. Bandafassi, Éthiwar en Ibél

In het zuid oosten van Senegal vind je de dorpjes Bandafassi, Éthiwar en Ibél. Hier woont een etnische mix van Peul, Bassari en de Bédik. De dorpen liggen in de uitlopers van de Fjouta Djalon dat ook wel bekend staat als de Watertoren van West-Afrika. Hier in het dit deel van Senegal is het echter vooral droog en zijn waterbronnen ver te zoeken. Vanuit Salemata kan je de omliggende traditionele dorpen bezoeken. Het is een gebied waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan.

Veel van de (oudere) vrouwen hebben een stokje door hun neus en enkelen lopen rond met ontblote borsten. Het cultureel erfgoed van deze bevolkingsgroepen is dan ook zo uniek dat het gebied op de werelderfgoedlijst van Unesco is geplaatst. 

5. Dakar

Hoewel ik geen fan ben van grote steden is Dakar een kleine uitzondering. De dynamische en levendige hoofdstad van Senegal ligt op het schiereiland Kaap Verde, dat daarmee het meest westelijkste punt van het vasteland van Afrika is. In het koloniale en mediterrane Dakar staan nog vele fraaie villa’s en vind je brede lanen met grote bomen. Dakar heeft meer dan 1,5 miljoen inwoners en wordt gezien als het knooppunt van West-Afrika gezien op het gebied van economie, politiek en cultuur.

Daarnaast is Dakar de meest moderne en westerse stad van West-Afrika. De stranden rondom en de fijne zeebries maken het tot één van de weinige grote Afrikaanse steden waar ik echt kan genieten. 

4. Fathala

Fathala is een wildreservaat in het noorden van Senegal net boven de grens met Gambia. In het reservaat kan je onder meer op zoek naar giraffes, zebra’s, leeuwen, een neushoorn en de bedreigde reuzenelandantilope. Het park is tweeduizend hectare groot waardoor het compact genoeg is om gegarandeerd wild te spotten. Echter niet altijd ál het wild, wij kunnen bij ons bezoek de giraffes niet vinden. De leeuwen bevinden zich in een apart gedeelte van het park.

Heb je de tijd en het budget, dan is een verblijf in één van de luxe safari tenten aan te raden. Hoe bijzonder is het om vanuit een heerlijk warm bad de mogelijkheid te hebben om wild te spotten!

3. Ziguinchor

De hoofdstad van de Casamance. Ik gaf eerder al aan dat grote Afrikaanse steden niet echt mijn ding zijn. Was Dakar een uitzondering, Ziguinchor is dat niet echt. Ziguinchor lijkt namelijk meer op een groot dorp. Op het eerste gezicht lijkt de stad dan ook niet veel te bieden te hebben. Maar als je je aanpast aan het ritme van de inwoners en de stad kan Ziguinchor zomaar een speciaal plekje tijdens jouw reis worden. 

Bij een boottocht over de Casamance rivier zie je bijna zeker rivierdolfijnen en heel veel verschillende vogels, of geniet gewoon van een drankje langs de rivier. ’s Avonds zijn er regelmatig live optredens en mocht je helemaal het uitgaansleven in willen duiken dan is er zelfs een heuse discotheek en nightclub.

2. Niokolo Koba

Het nationale park Niokolo Koba ligt in het zuid oosten van Senegal en staat op de wereld erfgoedlijst van UNESCO. Het ongeveer 900.000 hectare grote park is het grootste aaneengesloten wildpark in West Afrika en tevens één van de laatste plekken om op zoek te gaan naar groot wild. Verwacht echter geen taferelen zoals in oost of zuidelijk Afrika. Juist omdat het zo’n enorm groot park is zijn de kansen dat je luipaarden, leeuwen, waterbuffels, olifanten of giraffes zal zien niet heel groot. Heb je dat geluk wel, dan maakt het de ervaring alleen maar specialer.

Krokodillen, verschillende antilope soorten, wrattenzwijnen, nijlpaarden en apen zal je naar alle waarschijnlijkheid wel zien. Toch is het een bezoek waard. De natuur rond de Gambia rivier is prachtig en je bent naar alle waarschijnlijkheid één van de weinige bezoekers. Tijdens mijn gamedrives heb ik geen enkele andere toerist gezien. Daarnaast is de reis om naar Niokolo Koba te komen al een avontuur op zich. 

1. Casamance 

Op één staat de Casamance. Voor mij het mooiste deel van Senegal. Een paar van de eerder genoemde bestemmingen liggen in deze provincie. Niafrang, Ziguinchor, Pointe Saint-Georges, maar dat is nog maar het begin. Afgeschermd van de rest van Senegal door Gambia lijkt dit deel van Senegal weinig op de rest van het land. Hier in het zuiden is er veel meer regenval en vind je groene bossen, rijstvelden en prachtige stranden. De Casamance is dan ook het groene hart van Senegal. 

Wil je een paar dagen op het strand relaxen dan zijn plaatsen als Abene, Kafountine en Cap Skirring je vriend. De meest ver van de gebaande paden trip is echter om met een bootje te gaan eilandhoppen. Midden in een groot mangrove gebied liggen verschillende eilandjes, waaronder de Karone eilanden. Zo is er het afgelegen Boune dat bij mij de meeste indruk maakte, maar ook het vaker bezochte Ile de Carabane. 

Een top 10 samenstellen van bestemmingen in Senegal bleek bijna onmogelijk. Ik mis nu al bestemmingen zoals Saint-Louis, de Sine Saloum, Joal-Fadiouth en Palmarin. Misschien op den duur toch maar uitbreiden naar een top 20. Het is bijna onvoorstelbaar dat deze wereld bestaat op slechts 6 uur vliegen…

Foto’s: Maarten van de Biezen