Van alle Afrikaanse bestemmingen die we de afgelopen jaren hebben bezocht is Niafarang in Senegal een persoonlijke favoriet. Niet voor niets ben ik hier al acht keer voor een bezoek terug geweest. Het traditionele dorp bezoek je niet om op jacht te gaan naar de Big Five en ook niet vanwege spectaculaire landschappen. Niafrang bezoek je om het echte Afrikaanse dorpsleven te ervaren.
Pas je aan aan het Afrikaanse ritme
Niafarang is een klein dorpje aan de kust in de Casamance en de inwoners zijn voornamelijk leden van de Diola stam. Het is omgeven door bossen, mangroven, duinen en witte stranden en is de ultieme plek om je te verdiepen in de lokale cultuur terwijl je jezelf aanpast aan het lokale Afrikaanse ritme. Het centrum van het dorp ligt op zo’n 500 meter van de kust. Een korte wandeling door rijstvelden en de duinen brengt je naar verlaten witte zandstranden. In de bossen en mangroven die rond het dorp liggen is het heerlijk wandelen en kan je op zoek naar de vele vogelsoorten die in dit gebied voorkomen. Met een beetje geluk stuit je ook nog op één van de groepen apen die hier regelmatig gezien worden, terwijl ze al dan niet de groentetuin van de dorpelingen plunderen.
Over het strand naar Abene
Een leuk dagtochtje kun je maken door over het strand de zes kilometer naar het naastgelegen Abene te wandelen. Hier vind je diverse barretjes aan het strand. Langs de weg naar het centrum van het dorp zijn verschillende restaurants en een paar leuke souvenirstalletjes. Terug naar Niafarang kan je een motortaxi nemen voor 1000 CFA of je loopt via de ‘smokkelroute’ terug door de uitlopers van Abene en het bos. Terug over het strand kan natuurlijk ook altijd.
Het leven in het dorp speelt zich af rond de waterput en het kampvuur
In het dorp is geen stromend water en electra. Water komt uit de put op het centrale dorpsplein. ’s Ochtends is het hier een komen en gaan van vrouwen die water komen halen om de was te doen of te koken. Het water wordt met een emmer aan een touw omhoog getakeld en zo worden de teiltjes en jerrycans gevuld. De mannen trekken het bos in om palmwijn te verzamelen, gaan vissen in de mangroven of komen bij elkaar zitten om de laatste nieuwtjes uit het dorp uit te wisselen.
Een leuk moment om het dorp te bezoeken is na het eind van het regenseizoen. Eind oktober/ begin november trekken hele families de velden in. Al dansend en zingend zijn de vrouwen hier druk met het het oogsten van de rijst terwijl ondertussen de palmwijn scheutig wordt geschonken. ’s Avonds keert de rust weer terug en speelt het dorps leven zich af rond het kampvuur, de Afrikaanse tv die nooit verveeld.
Overnachten in Niafarang
In het dorp zijn weinig voorzieningen. Twee kleine winkeltjes voorzien in de basisbenodigdheden zoals brood, zeep en kaarsen. Langs de weg wordt benzine verkocht uit lege whiskey flessen en langs het dorpsplein is een lokaal barretje waar je meestal een Gazelle (bier), een cola en al dan niet verse palmwijn kan scoren. Het enigste restaurant vind je in de duinen als je de weg waar je het dorp binnenkomt op de ‘kruising’ bij het dorpsplein rechtdoor volgt. Je volgt de weg door de rijstvelden tot je aankomt bij Tilibo Horizon. Ze verhuren hier ook simpele hutten waar je kan overnachten. De eigenaar Ousmane spreekt engels en kan je alles vertellen over dit deel van Senegal. Als gids verzorgt hij interessante trips in de regio. Mijn reden om hier bij elk bezoek minstens een keer te komen is zijn vrouw Senebou die de heerlijkste traditionele Senegalese gerechten op tafel tovert.
Een andere optie om te overnachten is Camping Manekunda. Ga bij het dorpsplein linksaf langs de kerk en het oude vervallen schooltje. Na een paar honderd meter zie je aan de rechterkant de ingang. Naast kampeergelegenheid verhuren ze ook een paar gezellig ingerichte kamers. De camping wordt gerund door een Nederlands koppel. Geef hier bij voorkeur van te voren aan via mail of telefoon dat je onderweg bent, want er is niet altijd iemand aanwezig. Zie de website voor contactgegevens en of je überhaupt terecht kan. In het laagseizoen is de camping gesloten.
(Foto’s & film Maarten van de Biezen)